Leidinggeven in het sociaal domein is een uitdagende klus. Zéker als je met je team of afdeling succesvol de transformatie wilt maken naar een overheid die dichtbij de inwoners staat en denkt in mogelijkheden. A&O fonds Gemeenten ondersteunt leidinggevenden hierbij met een energieke en praktische leergang. Rik Scheele maakte de eerste editie mee als deelnemer en draagt aan de volgende editie zijn steentje bij als trainer.
‘Het belangrijkste aan sociaal leiderschap vind ik dat het helpt om weg te raken van top-downstructuren en om de beweging op gang te houden naar samenwerking, vertrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid; met medewerkers én inwoners. Dat integrale, dat is cruciaal. Ook tussen domeinen binnen de gemeente. Je móét openstaan voor wat anderen doen.’
Het belangrijkste aan sociaal leiderschap vind ik dat het helpt om weg te raken van top-downstructuren.
Niet nieuw, wel steeds urgenter
‘Ik ben een jaar of tien Hoofd veiligheid en stadstoezicht geweest bij de gemeente Gouda. Daar was het altijd al belangrijk om contact te houden met de samenleving, om medewerkers ruimte te geven, en om te weten wat er speelt bij andere stakeholders. De beweging die gemeenten nu maken, is dan ook niet nieuw. Hij wordt wél steeds urgenter. Zeker in het sociale domein. Omdat het daar heel direct om mensen en hun geld gaat. Wat daar gebeurt, kan heel ingrijpend kan zijn voor inwoners. Meer dan wanneer je ergens een straat openbreekt, bijvoorbeeld. Dat maakt het voor medewerkers ingewikkeld en intensief, en automatisch geldt dat dus ook voor leidinggevenden.’
‘Toen ik in 2019 Hoofd maatschappelijk beleid werd, was het sociale domein nog relatief nieuw voor me. Ik had behoefte om met anderen te sparren over de opgaven. Juist ook met mensen uit andere regio’s. Het leernetwerk van A&O fonds was daar perfect voor.
Ik denk dat er 30 tot 40 deelnemers waren, met allemaal verschillende functies, van coördinerend tot functioneel uitvoerend, en afkomstig van gemeentes en regionale uitvoeringsorganisaties. We begonnen met een paar offline meetings, maar daarna gooide covid roet in het eten. Toen hadden we al wel een goede basis gelegd, door te verkennen: hoe zie je de beweging die gemeenten maken, hoe sta je erin, ben je er drager of slachtoffer van? Alleen dat was al superinteressant, dankzij alle verschillende perspectieven.’
Hoe houden we de winkel open?
‘Het gaat altijd om de vraag: hoe zorgen we voor de kwetsbaren? Toen corona kwam, werd die vraag nog urgenter. Scholen gingen dicht, de opvang voor dak- en thuislozen moest dicht, er moesten oplossingen komen voor de vrouwenopvang. Daar hebben we het natuurlijk uitgebreid met elkaar over gehad in het netwerk. Hoe ga je om met zo’n extreme situatie? Hoe doe je dat, leiderschap via Zoom? De concrete uitdagingen waren voor iedereen verschillend, sommige deelnemers zaten in de uitvoering van regeling als de TONK, anderen werkten meer op beleidsniveau. Maar de gemene deler was: hoe houden we de winkel open voor onze inwoners?’
‘Het programma werd snel aangepast aan de nieuwe situatie. We hebben veel in groepjes gewerkt, veel online, af en toe offline tijdens wandelsessies. We sparden over concrete vragen, lazen vakliteratuur en reviewden die voor elkaar. En we volgden natuurlijk nog steeds workshops. Daarin werd ook mooi geïllustreerd hoe je in je dagelijkse activiteiten vorm kunt geven aan sociaal leiderschap. Vaak heel praktisch, bijvoorbeeld over gespreksvoering en taalgebruik. De groeten met moeten, was het credo. Als je een ander vertelt wat hij moet doen, doe je het immers al niet meer samen.’
Zo samen mogelijk
‘Tegelijkertijd is dat samen doen natuurlijk niet alleen waar het om draait. Het doel is uiteindelijk leidend, en dat wil je zo samen mogelijk bereiken. Sociaal leiderschap is ook nog gewoon leiderschap. Het gaat om samenbindende kwaliteiten, én om besluitvaardigheid. Waar het een ophoudt en het ander begint, is moeilijk te zeggen. Dat hangt van de concrete situatie af. Ik heb daar in het netwerk ook geen handboek voor gekregen. Maar ik heb wél veel gehad aan het sparren. Dat leidt ook tot reflectie. Bij mij heeft het er uiteindelijk zelfs aan bijgedragen dat ik een andere baan genomen heb.’
‘Voor de duidelijkheid: ik ben níét gillend weggerend uit het sociaal domein. Juist niet. Ik werk nu bij een adviesbureau en houd me bezig met het tegengaan van radicalisatie, in een netwerk van zo’n 6.000 uitvoerenden uit heel Europa. Superinhoudelijk werk.
Daarnaast help ik gemeenten bij vraagstukken over leiderschap en organisatieontwikkeling. In die rol kan ik een veel grotere bijdrage leveren aan de transitie dan in mijn vorige baan. Zeker ook in het sociaal domein. Dat is ook waarom ik de komende leernetwerken begeleid. Daar kijk ik enorm naar uit. Het is een mooie kans om de lessen uit het vorige netwerk door te geven aan anderen en om er nieuwe accenten aan toe te voegen. Meer dan in de vorige ronde zal de nadruk ook liggen op het leiderschap, de voorbeeldrol die je hebt en op manieren om sociaal leiderschap ook in de rest van je organisatie te laten landen.
Iedereen die zich aanmeldt voor het netwerk, is er al in geïnteresseerd. De vraag is: hoe steek je de rest van de organisatie daarmee aan?’