Voor leden van de Ondernemingsraad organiseerden wij de vierdelige Collegereeks Omgevingswet OR-leden in maart 2021. Tijdens de vier colleges behandelden experts telkens een ander onderdeel van de Omgevingswet. Je kan de colleges hier (terug)kijken, de presentaties downloaden en een kort impressieverslag lezen.

Ook hebben we de adviezen van de experts aan OR-leden samengevat, staan alle tips en links naar handige informatiebronnen op een rij, is een Q&A gemaakt op basis van de live chat en kun je de uitslagen bekijken van de Mentimeter-vragen aan de deelnemers.

Opzet collegereeks

  • College 1 - De Bedoeling - Gastspreker: Gelinde Groeneveld
  • College 2 - De Werking - Gastspreker: Regina Koning
  • College 3 - De Kansen - Gastspreker: Tinka van Vuuren
  • College 4 - Aan de slag - Gastspreker: Anton Willemsma

Doel

  • inzicht geven in de mogelijkheden en kansen die de Omgevingswet biedt
  • actuele kennis en handelen vergroten met concrete adviezen, praktische tips en handvatten

Aanleiding collegereeks Omgevingswet

Door de snel naderende inwerkingtreding van de Omgevingswet (1 jan 2022) veranderen het speelveld en de spelregels aanzienlijk voor iedereen die werkzaam is in het ruimtelijk domein. De Omgevingswet heeft grote impact op interne en externe samenwerking en vraagt andere competenties en talenten van medewerkers.

Het is belangrijk dat OR-leden zich goed voorbereiden op de wetswijziging zodat zij in hun rol als OR-lid een goed ingelichte gesprekspartner zijn voor medewerkers, directie en het bestuur. Daarom organiseerden de drie A&O-fondsen: (Gemeenten, Waterschappen en Provincies) en de drie bonden CNV, FNV en CMHF samen de Collegereeks Omgevingswet OR-leden.

Bij de omgevingswet gaat het niet zozeer om aanpassing van structuren maar om het anders organiseren van het werk.

Wat gaan OR-leden morgen (anders) doen?

Na elk college is gevraagd wat de aanwezige OR-leden mee namen uit het college en wat zij voor kansen of mogelijkheden zagen om aan te gaan pakken.

“Ik ga …

  • … voorbereidende vragen stellen vanuit de OR om informatie in te winnen waar we staan.”
  • … de Omgevingswet als vast agendapunt op de agenda met de bestuurder zetten.”
  • … andere overheden opzoeken om zo topintegraal tot 1 programma te komen.”
  • … bedenken wat de rol van de OR kan zijn.”
  • … onze rol steviger pakken en het vast op de agenda zetten.”
  • … overleggen met de gehele OR en visie formuleren.”

Meer kansen en mogelijkheden

… zeker de site ‘aan de slag met de OW’ bezoeken.”
… meer nadenken wie belangrijke partners zijn en memorie lezen.’
… korte presentatie geven aan de OR.”
… meer aandacht vragen voor dit onderwerp in de OR.’
… nagaan wanneer de participatie verordening beschikbaar is.”
… de omgevingswet op de agenda van de OR zetten.”
… me verder verdiepen in wat het voor ons betekent.”
… dit blijven volgen en koppelen aan andere ontwikkelingen.”
… mijn ervaringen/tips delen me de directie en collega’s”
… eerst meer informatie verzamelen.”
… meenemen bij beleid en klankbord groep SPP.”
… omgevingswet en aanwezige werkdruk samen bespreken.”
… visie opstellen met OR.”
… mijn collega’s woordvoerders dringend meer over de omgevingswet leren.”
… terugkoppeling geven over dit college in mijn OR-werkgroep. Kan zomaar een mooie vervolgactie uit komen.”
… diverse tips en vragen behandelen die we in deze colleges mee hebben gekregen.”
… contact opnemen met fnv over verandering rollen wat dit voor functies betekenen.”

OR-colleges-Omgevingswet-algemeen-1000
CNV FNV CMHF logo 1000

Door te starten met de Bedoeling van de Omgevingswet, legde Gelinde Groeneveld in dit eerste college de basis voor de verdere reeks. In een anderhalf uur durende sessie wist Gelinde duidelijk uiteen te zetten waarom de Omgevingswet er is gekomen, wat dit betekent voor gemeenten, provincies en waterschappen en welke stappen die moeten doorlopen om op tijd klaar te zijn wanneer de wet in werking treedt op 1 januari 2022.

Accepteer onze cookies om deze inhoud te kunnen bekijken.

Dank voor de grote lijnen van de Omgevingswet. Dit gaf mij als OR-lid goed inzicht in wat belangrijk is voor de onderneming en voor de medewerkers.

Deelnemer college

Verslag college I - De Bedoeling

"Stel drie keer de vraag waarom om bij de bedoeling te komen."

Na een korte introductie van Marieke Manschot die de OR leden het advies mee gaf om vooral te leren van elkaars ervaringen, valkuilen, tips en tricks, trapte op 2 maart Gelinde Groeneveld - adviseur voor het fysieke domein – af met de collegereeks en ging zij dieper in op de vraag: wat is de Omgevingswet, en vooral, wat is de bedoeling hiervan?

Lees hier het hele verslag

De toekomst is altijd in beweging. Je ziet daarom een doel vaak verschuiven, waardoor het pad ernaar toe geen voorspelbare, rechte lijn is. Omdat mensen vaak houvast zoeken, kiezen we niet het doel, maar de bedoeling als uitgangspunt. Dat is namelijk iets waarop je altijd kunt terugvallen. Hoe kom je volgens Gelinde bij de bedoeling van de Omgevingswet? Door drie keer de vraag waarom te stellen.

Waarom de Omgevingswet?

De Omgevingswet verbetert bestaande wetten en biedt meer inzicht. De nieuwe wet combineert de regelingen van 26 wetten. Door die hoeveelheid wetten wordt transparantie belemmerd en zien betrokkenen vaak door de bomen het bos niet meer. De Omgevingswet zorgt er ook voor dat alle informatie van een bepaald gebied digitaal beschikbaar komt. Dat geeft samenhang tussen de verschillende onderwerpen die daarop van invloed zijn. En als dat inzicht er is, kan de besluitvorming erover sneller plaatsvinden. Bovendien geeft de Omgevingswet bestuurlijke afwegingsruimte, dat wil zeggen, het maakt lokaal maatwerk mogelijk.

Waarom die verbeterdoelen?

Volgens Gelinde sluit de huidige wetgeving niet meer goed aan op de ontwikkelingen. Het idee is om al werkend de wet tot stand te laten komen en de gelegenheid te bieden om er lokaal mee te oefenen. Zodat als de wet er eenmaal is, er ook een nieuwe werkwijze is die wél goed op de ontwikkelingen in de samenleving aansluit. Dat komt voor gemeenten, provincies en waterschappen neer op zoeken naar, experimenteren met en uitvinden van de juiste manier van handelen.

Waarom sluit de huidige wetgeving niet goed aan op de maatschappelijke ontwikkelingen?

Deze gaan vaak buiten de overheid om. Er ontstaat door die veranderende omgeving een nieuwe wereld waarop de Omgevingswet moet zijn voorbereid. Dus daarom de Omgevingswet.

Gelinde vatte het helder samen: De regelgeving en de rol van de overheid moeten passen op de huidige en toekomstige opgaven. Het stelsel van regelgeving en de manier van werken moeten daarbij aansluiten op de behoeften in de samenleving. De Omgevingswet is het middel dat daarvoor wordt ingezet. Het geeft overheden alle ruimte en inhoud om de best passende rol op zich te nemen.

Om de Omgevingswet als middel goed te kunnen invoeren, hebben we drie grote brokken werk te doen. Deze zijn als yin en yang onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als eerste wet- en regelgeving op orde brengen en implementeren. Als tweede het loket inrichten waar alle informatie van de fysieke omgeving is onder te brengen en terug te vinden. En ten slotte ervoor zorgen dat er één samenwerkende overheid ontstaat, waarbinnen gemeente, provincie en waterschap eenduidig communiceren.

Adviezen voor OR-leden

Tijdens dit college heeft Gelinde diverse praktische bruikbare adviezen en aandachtspunten meegegeven. We hebben de belangrijkste voor je op een rij gezet:

  • Reorganisatie op basis van alleen cijfers leidt tot frustratie. Laat je als OR informeren over de veranderingen die de Omgevingswet met zich meebrengt: wat doet de organisatie bijvoorbeeld aan voorbereiding en scholing van medewerkers?
  • Nodig de project- of programmaleider uit en vraag hoe de implementatie van de Omgevingswet ervoor staat. Heb speciale aandacht voor de afdelingsmanagers en teamleiders, want die voelen zich vaak gemangeld tussen hun capaciteitsopgave en de invulling van verandering.
  • Is jouw organisatie zoekende naar of aan het oefenen met participatie? Bedenk dat er binnen overheden al veel functies zijn die ervaring met participatie hebben, zoals bijvoorbeeld wijkambtenaren. Maak van hun ervaring gebruik; zij zijn de voorlopers.
  • Er ontstaan door de Omgevingswet nieuwe functies, zoals de cross-over tussen communicatie, juridische zaken, informatieverstrekking en dienstverlening. Een andere nieuwe functie is de participatieprofessional voor het organiseren van (online) bijeenkomsten en het samenbrengen van belangengroepen.
  • Stel jezelf 3x de vraag waarom en kijk op welke daarom jij uitkomt!

Tips en links

Tijdens het college is door Gelinde verwezen naar de volgende informatiebronnen om de bedoeling van de Omgevingswet helemaal helder te krijgen.

Q&A - o.b.v. vragen uit de live chat

Tijdens het college konden deelnemers reageren en vragen stellen in de chat. In deze rubriek is een aantal van deze vragen en antwoorden uit de live chat verwerkt. Wellicht staat jouw vraag als OR-lid er ook bij.

Kennen jullie de situatie in Nieuw-Zeeland? Ook daar zijn verschillende sectoren in een soort omgevingswet ondergebracht.

Doordat veel onderwerpen werden samengevoegd sneeuwde in Nieuw-Zeeland een aantal milieu- en natuurwaarden onder. We zien hier in Nederland de Omgevingswet als een raamwerk waarbij je van tevoren kunt nadenken wat je ermee wil en wat je erin plaatst. Hier bepaalt de wet niet op voorhand de inhoud en de richting van de ontwikkelingen.

De corona- en de stikstofcrisis vragen om een sterk sturende rol van de overheid. Hoe verhoudt zich die tot het participatieve karakter van de Omgevingswet?

De rol van de overheid verandert afhankelijk van de situatie en het onderwerp. Gelinde Groeneveld gaat er in haar college uitgebreid op in.

Ik zie een vierde waarom: waarom past dit alles niet onder de huidige wet- en regelgeving?

Dat kan wel, maar voor gemeenten, provincies en waterschappen is het al erg ingewikkeld. Voor initiatiefnemers en belangengroepen is dit haast niet te doen.

Ik hoor dat de gemeente de participatie moet faciliteren. Wat als men binnen de gemeente vindt dat juist die verantwoordelijkheid bij de burgers moet worden gelegd?

De verantwoordelijkheid voor participatie ligt niet per definitie bij de burger, maar bij de initiatiefnemer. Dat kan de burger zijn, maar ook de gemeente.

Verwachten jullie dat de Omgevingswet banen gaat kosten?

Het verwerken van een simpele vergunning en eenvoudige administratieve functies worden steeds meer door computeralgoritmes overgenomen. Tegelijk ontstaan er voor medewerkers nieuwe functies. Wij zien bijvoorbeeld steeds meer werk in participatieprocessen ontstaan.

Hebben we voldoende tijd om dit allemaal te regelen?

Het lijkt nu allemaal erg kwetsbaar, alles piept en kraakt onder corona. Maar de verandering gaat wél door. Je ziet dat onze digitale leercurve bijna verticaal omhoog gaat! Denk aan werken op afstand, webinars, videomeetings enz. Die ontwikkelingen gaan erg snel, en het gaat goed. Als de Omgevingswet er eenmaal is, hoort het er allemaal bij.

College1 OR-omgevingswet studio1 1000
CNV FNV CMHF logo 1000
AO-fondsen-drie-fondsen-footer-webinars website footer

Om te begrijpen welke gevolgen de Omgevingswet voor jouw organisatie heeft, is het goed te weten hoe die in elkaar steekt. In dit tweede college zette Regina Koning de instrumenten van de Omgevingswet in een structuur. Hierdoor is de werking van de wet ook voor niet-juristen goed te bevatten. Om het concreet te maken, besteedde ze in het college aandacht aan de raakvlakken die de Omgevingswet heeft met andere belangrijke opgaven, zoals de energietransitie.

Accepteer onze cookies om deze inhoud te kunnen bekijken.

Ga eerst met je inwoners praten en dan pas visies opstellen. Daar zit het draagvlak!

Verslag college II - De Werking

"Er is een sterke verbinding tussen de Omgevingswet en andere grote opgaven."

De deelnemers deden vanaf het begin van dit college actief mee. De vragen die vanuit de Mentimeter aan de deelnemers werden voorgelegd, maakten veel reacties los. Bij de vraag naar wat de Omgevingswet bij hen oproept, zagen we begrippen als samenwerking, samenwerken, participatie, maar ook complex en uitdaging sterk naar voren komen. Een andere vraag in de Mentimeter peilde de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet binnen organisaties. Hieruit bleek dat tweederde al aardig op weg is, maar dat er ook nog veel is te doen.

Lees hier het hele verslag

Regina Koning is zelfstandig juridisch adviseur en werkt in die hoedanigheid onder andere voor de VNG, waar zij zich met de energietransitie bezig houdt. Zij legde uit dat de Omgevingswet onderdeel is van een groot juridisch bouwwerk dat volgens de planning op 1 januari 2022 in werking treedt. De wet vervangt veel bestaande wet- en regelgeving. Dit vraagt om harmonisatie en afstemming van begrippen. Regina waarschuwde dat de Omgevingswet nog onzekerheid in zich heeft, omdat het veel open normen bevat die bijvoorbeeld later worden ingevuld door de bestuursrechter. Denk ook aan rijksregels die straks door gemeenten al dan niet in het omgevingsplan worden opgenomen. Ze gaf ook aan dat je de Omgevingswet niet zelfstandig kunt zien. Tegelijk lopen er bij de overheid andere grote opgaven, zoals de energietransitie, circulariteit en het Klimaatakkoord. Die hebben alle een sterke binding met de Omgevingswet en worden nog beter op elkaar worden afgestemd de komende jaren.

Een erg goed middel om de Omgevingswet te leren begrijpen, is de Memorie van Toelichting en Nota’s van Toelichting bij de AMvB’s, waarnaar ook Gelinde Groeneveld in het eerste collega verwees. Hierin zijn de instrumenten uitgelegd die binnen de Omgevingswet een belangrijke rol spelen. Gemeenten, provincies en waterschappen gebruiken die om met de fysieke leefomgeving om te gaan. Samen vormen ze de structuur van de beleidscyclus die in de Omgevingswet ligt besloten. Regina nam ons daarin mee.

De beleidscyclus begint vanuit het Rijk en de provincies met strategische beleidsontwikkeling, zoals een omgevingsvisie. Dan volgt de beleidsdoorwerking in programma’s, omgevingsplannen, omgevingswaarden die de omgevingsvisie concreet maken. Bij de uitvoering daarna komen projectbesluiten, algemene regels en – wanneer de regels niet volstaan – vergunningen om de hoek kijken. De beleidscyclus wordt afgesloten door toezicht, handhaving, monitoring en evaluatie. Uit monitoring kan dan blijken dat er actie nodig is of dat de beleidscyclus opnieuw moet worden doorlopen.

Regina Koning lichtte nog speciaal de rol van het Digitaal Stelsel Omgevingswet toe. Dit biedt aan initiatiefnemers, overheden en belanghebbenden alle relevantie informatie van de fysieke leefomgeving en laat zien wat daarin is toegestaan. Het Omgevingsloket binnen het DSO maakt omgevingsdocumenten digitaal beschikbaar, stelt toepasbare regels in de vorm van vragenbomen op, ontvangt vergunningaanvragen en meldingen, en maakt het mogelijk dat overheidsinstanties samenwerken aan het behandelen van een verzoek.

Zoals hiervoor aangegeven, is er een link tussen de Omgevingswet en het Klimaatakkoord. Een belangrijk instrument van het Klimaatakkoord is de Regionale Energiestrategie. Hierin geven 30 regio's van samenwerkende gemeenten, provincies en waterschappen antwoorden op vragen als: hoe gaan we de komende decennia onze energiebehoefte invullen en wanneer gaan we van het gas af? Volgens Regina kan en gaat de Omgevingswet daarbij een belangrijke rol spelen. Binnen die wet kunnen verschillende overheden één gezamenlijk programma op hun energiebeleid ontwikkelen.

College2 OR-omgevingswet studio1 500

Adviezen voor OR-leden

Tijdens dit college heeft Regina enkele handige adviezen en aanwijzingen gegeven. Hier vind je de belangrijkste op een rij.

  • Een omgevingsvergunning verlenen binnen acht weken is kort! Dwangsom en beroep zijn mogelijk bij niet tijdig beslissen.
  • Onder de Omgevingswet zal toezicht en handhaving en de taken voor de VTH-ambtenaar veranderen, betrek deze ambtenaar aan de voorkant van beleid en regelgeving erbij.
  • Participatie gaat ook om inclusiviteit: ervoor zorgen dat iedereen begrijpt wat er gebeurt en kan meedoen.
  • Bij de met elkaar verweven uitvoering van het Klimaatakkoord en de Omgevingswet kan het gaan knellen als deze niet in samenhang worden opgepakt binnen gemeenten. De Omgevingswet kan dan een vliegwiel effect hebben op de energietransitie,
  • Het helpt als je weet hoe de Omgevingswet in elkaar zit. Je komt dan als OR-lid goed voorbereid bij de bestuurder aan tafel.
  • Blijf vragen stellen, zoals via het VNG-forum

Tips en links

Over de Omgevingswet is veel bruikbare en verhelderende informatie te vinden. Tijdens het college zijn door Regina de volgende informatiebronnen aanbevolen:

Q&A - o.b.v. de vragen uit de live chat

Tijdens het college konden deelnemers reageren en vragen stellen in de chat. In deze rubriek is een aantal van deze vragen en antwoorden uit de live chat verwerkt. Wellicht staat jouw vraag als OR-lid er ook bij.

Wat is het belang voor ons OR-leden om te weten hoe de Omgevingswet in elkaar steekt?

Wij vinden dat OR-leden basiskennis nodig hebben om de veranderingen die de Omgevingswet met zich meebrengt te begrijpen en om intern het gesprek hierover goed aan te kunnen gaan en vragen te kunnen stellen: Hoe worden medewerkers voorbereid op de komst van de Omgevingswet? Welke ruimte is er voor opleiding en training? Moet iedereen veranderen of is er ruimte voor specialisten en generalisten? Hoe worden medewerkers begeleid bij een loopbaanstap? En natuurlijk moet de OR aan tafel als er keuzes worden gemaakt waar zij vanuit de WOR bij betrokken moet zijn.

Is de behandelingstermijn van acht weken voor een vergunningaanvraag niet te kort? Dat levert extra werkdruk voor de behandelaar op en leidt tot verdagen, verdagen en verdagen. Onwerkbaar!

De Omgevingswet beoogt vermindering van de lastendruk door het stellen van algemene regels. De behandelingstermijn van acht weken is kort, met mogelijk ook nog een dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Aan de andere kant, als beslissingen worden verdaagd, is dat slecht voor de reputatie van overheid.

Wanneer gemeente en waterschap beide decentraal zijn, en dus dicht bij burger, wie van de twee is dan leidend en coördinerend richting de initiatiefnemer in het kader van één loket voor de burger?

De wet benoemt initiatieven waarvoor gemeente of waterschap bevoegd gezag is. Handhaving is daaraan gekoppeld. Antwoorden vind je op de website aandeslagmetdeomgevingswet.nl, zoals informatie om te bepalen wie bevoegd gezag is. Kijk in dit verband ook eens naar: Anders samenwerken door de Omgevingswet van MOOC.

Waarin komt het verschil tussen draagvlak en participatie naar voren?

Soms kan het wringen als van bovenaf een opgave wordt opgelegd, zoals de energietransitie met duidelijke doelstellingen. Het participatieve karakter van de Omgevingswet kan dan in het geding komen. Immers, hoe pas je participatie toe als je gerichte doelstellingen meekrijgt? Er is een aantal interessante pilotprojecten, waarbij vanuit verschillende perspectieven wordt geëxperimenteerd. Zie ook de website van de Regionale Energiestrategie.

College O Romgevingswet dewerking 1000
CNV FNV CMHF logo 1000
AO-fondsen-drie-fondsen-footer-webinars website footer

Het derde college in deze reeks ging over de kansen die de Omgevingswet biedt. Tinka van Vuuren besprak loopbaankansen om in te zetten op duurzame inzetbaarheid van medewerkers bij het doorvoeren van de veranderingen als gevolg van de Omgevingswet. Het gaat daarbij vooral om de vraag: Hoe kunnen organisaties en medewerkers zelf ervoor zorgen dat iedereen met plezier werkt, gemotiveerd en productief blijft?

Accepteer onze cookies om deze inhoud te kunnen bekijken.

Het is belangrijk om de werklast in je team te verdelen en zoveel mogelijk aan te sluiten bij de talenten van medewerkers.

Verslag college III - De Kansen

"Je kunt het paard naar de bron brengen, maar hij moet wel zelf dorst hebben"

Om voor dit college in de stemming te komen, vroeg de host Annemie van Loon de deelnemers in hoeverre de medewerkers binnen hun organisatie al bezig zijn met de veranderingen als gevolg van de Omgevingswet. Dat zijn er al aardig wat. Bij slechts een klein deel leeft dit thema nog niet. Op de vraag naar de rollen die de grootste impact ondervinden, sprongen de medewerkers van Vergunningverlening, en in mindere mate die van Toezicht en Handhaving eruit.

Lees hier het hele verslag

Overheden en hun medewerkers gaan door de Omgevingswet anders werken: meer samenwerken, participatie en integraal werken zijn belangrijke pijlers onder de nieuwe wet. Voor meer inzicht liet Annemie een routekaart zien met de stappen die organisaties kunnen zetten bij het veranderen voor de Omgevingswet. Van medewerkers worden nieuwe rollen gevraagd, waarvoor ze hun kennis, houding en gedrag moeten aanpassen. Op het eind van dit college geven we een aantal handige hulpbronnen om die veranderingen te concretiseren.

Volgens bijzonder hoogleraar Vitaliteitsmanagement Tinka van Vuuren hebben de veranderingen die de Omgevingswet met zich meebrengt grote impact op organisaties en het werk van hun medewerkers. Zij krijgen bijvoorbeeld andere taken en moeten anders samenwerken. Hoe zorg je er dan voor dat die medewerkers nog steeds met plezier werken en productief blijven, hoe blijven ze duurzaam inzetbaar? Reacties in de live chat lieten zien dat mensen door alle veranderingen overbelast kunnen raken, want de organisatie vraagt al gauw om het schaap met vijf poten.

Tinka legde uit dat voor duurzame inzetbaarheid een evenwicht nodig is tussen draaglast (kun je aan wat er van je gevraagd wordt) en draagkracht (wat kun je leveren). Zowel medewerkers als organisaties kunnen er veel aan doen om die balans te vinden. Ze gaf talloze voorbeelden om de draagkracht te vergroten (vitaliseren) en draaglast te verkleinen (verlichten). Kunnen organisaties daarbij sturen op de eigen regie van medewerkers? Nee, dat lukt niet – dat is een paradox. Organisaties kunnen verleiden, informeren, uitleggen en een veilige cultuur bieden. Medewerkers moet zelf beseffen wat belangrijk is en dat oppakken. Of zoals Tinka het uitdrukte, je kunt het paard naar de bron brengen, maar hij moet wel zelf dorst hebben.

Medewerkers kunnen hun eigen ontwikkeling oppakken door te kijken naar zelfleiderschap en zelfmotivatie. Door zelf richting te bepalen en optimaal te presteren. Daarbij komt nogal wat kijken. Tinka moedigde iedereen aan zichzelf vragen te blijven stellen en zichzelf te belonen als er doelen zijn behaald. Blijf positief en constructief denken, en zorg voor nieuwe, uitdagende bezigheden. Zo kun je je draagkracht vergroten door een leven lang te leren. De OR kan dat gedrag stimuleren.

Wat hebben de medewerkers van de organisatie nodig om hun draagkracht te vergroten? De organisatie kan informeren, faciliteren en een organisatiecultuur stimuleren die dat mogelijk maakt. En ja, dat is lastig als de werkdruk erg hoog is, gaf Tinka toe, maar het laat onverlet dat eigen regie de sleutel tot vitaal werken is. Mensen halen energie uit hun werk als dit betekenisvol is en als ze daarvoor erkenning krijgen. Denk als OR mee hoe je de werkomgeving kunt versterken door te verbinden, inspireren en leiderschap te stimuleren.

Adviezen voor OR-leden

Tijdens dit college heeft Tinka van Vuuren diverse handige en bruikbare adviezen gegeven. Hier vind je de belangrijkste op een rij.

  • Leuk voor nu, goed voor later: Koppel de nieuwe competenties van de Omgevingswet aan de specifieke talenten en voorkeuren van medewerkers. Leuke activiteiten verhogen de intrinsieke motivatie en zijn makkelijker voor een langere tijd vol te houden.
  • Praktische gelegenheid: Zorg dat er middelen en tijd zijn om te leren en te ontwikkelen. Zonder dat is lastig om verandering te realiseren.
  • Zorg voor uitdaging: Denk aan benoemingstermijnen voor bepaalde functies, zodat je niet jarenlang hetzelfde werk blijft doen, of aan loopbaanpaden, of aan roulatie van taken enz.
  • Maak gebruik van natuurlijke verandermomenten: De Omgevingswet brengt nieuwe competenties, rollen en functies met zich mee. Kijk hoe die op een goede manier kunnen worden verdeeld en ingezet bij medewerkers, zodat dit aansluit bij hun talenten en voorkeuren.
  • Leer stapsgewijs op het werk: Een goede leerstrategie is voorzichtig bijmengen. Niet in één keer geheel ander werk, maar telkens een klein deel nieuwe, andere of extra taken toevoegen aan een takenpakket. Dit past bij een onderzoekende aanpak als de Omgevingswet, waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe werkwijzen. Deze worden vaak stapsgewijs ontdekt en geïmplementeerd.
  • Doe het samen: Samen opleidingen en trainingen volgen, betekent dat je elkaar kunt ondersteunen. Kijk ook in pilots hoe je gezamenlijk actuele casuïstiek als leermoment kunt inzetten.

Tips en links

In het college is door Tinka van Vuuren verwezen naar informatiebronnen die zicht geven op veranderingen die organisaties als gevolg van de Omgevingswet doormaken. Dit is handige informatie en waardevolle bagage voor de OR om vinger aan de pols te houden.

Q&A - o.b.v. de vragen uit de live chat

Tijdens het college konden deelnemers reageren en vragen stellen in de chat. In deze rubriek is een aantal van deze vragen en antwoorden uit de live chat verwerkt. Wellicht staat jouw vraag als OR-lid er ook bij.

Gelden veranderingen als gevolg van de Omgevingswet voor alle rollen of alleen voor de rollen zoals net in de presentatie benoemd?

In alle colleges is de vraag naar voren gekomen om welke rollen en functies het gaat en om welke concrete veranderingen als gevolg van de Omgevingswet het dan gaat. Het antwoord op die vraag is niet concreet te geven, want de Omgevingswet pakt bij elke organisatie anders uit. Er is wel een aantal instrumenten die kunnen helpen om intern hierover het gesprek aan te gaan, zoals de Veranderprofielen uit de Gespreksstarter van ADSMO, de Routekaart Opleidingen van de UvW of Toolkit Werkende Processen van de VNG. Belangrijk is ook de ambitie van de eigen organisatie. Het NSOB-model uit het eerste college laat zien dat er verschillende typeringen zijn voor overheden. Een rechtmatige overheid vraagt om een andere houding en gedrag van haar medewerkers dan een responsieve overheid.

Samenwerking tussen de verschillende afdelingen blijft een 'dingetje', zit daar niet vaak de 'hokjesgeest' tussen?

Samenwerking tussen afdelingen is belangrijk om externe opgaven te realiseren. Door bijvoorbeeld de expertise van een vergunningverlener tijdig te betrekken in het planvormingsproces. Zo kun je voorkomen dat er een heel traject wordt uitgewerkt dat (op onderdelen) niet vergunbaar is en terug moet naar de tekentafel. Ook het betrekken van het sociaal domein bij de plannen van het fysieke domein en vice versa levert veel op. Bijvoorbeeld bij participatie en bij het koppelen en realiseren van doelen.

Is het niet zo dat het management vaak lijkt te weten wie wat kan, in plaats van dat de competenties van medewerkers naar boven komen drijven? Kan de Omgevingswet het beste bottom-up of top-down worden aangevlogen?

De meeste winst wordt behaald door ervaring en kennis vanuit de werkvloer te koppelen aan de visie van de bestuurders en het management. Uiteindelijk moet dit in de praktijk zijn beslag gaan krijgen. Niemand weet beter hoe het in de praktijk werkt, dan degenen die daar dagelijks mee te maken krijgen. Medewerkers op de werkvloer dragen veel waardevolle informatie met zich mee. Aan de andere kant is het belangrijk dat een verandering is verbonden aan een langeretermijnvisie voor de organisatie en andere ontwikkelingen. Die visie is aanwezig bij bestuur en management. Door bottom-up en top-down te verbinden en te werken, wordt een verandering veel krachtiger en ontstaat er meer draagvlak.

Ik merk dat in mijn organisatie mensen overbelast raken. Ze moeten beleid kunnen maken, de interactie met allerlei partijen aangaan, overeenstemming bereiken én ook nog heel goed en met politieke sensitiviteit kunnen schrijven enz. Vragen organisaties niet het schaap met vijf poten?

De Omgevingswet brengt veranderingen met zich mee, wat geen concreet, uitgekristalliseerd plaatje is. Dat vraagt om experimenteren en werkenderwijs uitvinden wat het betekent om te werken vanuit zowel de letter als de geest van de Omgevingswet. Dat is rommelig en chaotisch. Het duurt even voordat de rust en het overzicht weer terugkeren, en ook rollen en taken weer hun plek krijgen. Dit proces staat goed uitgelegd in het boek Systemisch TransitieManagement. Neem voor de verandering de makkelijke weg! door Maaike Thiecke, Bianca van Leeuwen (2013).

Hoe belangrijk is het om samen te werken en als team je werklast te verdelen?

Het belang van het verdelen van de werklast versus de kans om talenten te koppelen aan de taken die bij hen passen, komt juist naar voren bij de veranderingen die de Omgevingswet met zich meebrengt. Werkenderwijs ontstaan er nieuwe rollen en taken. Dat brengt voor medewerkers kansen en mogelijkheden met zich mee. Door in gesprek te zijn als team en na te gaan welke taken bij wie passen, kom je makkelijk tot een uitgebalanceerde verdeling.

College O Romgevingswet dekansen 1000
CNV FNV CMHF logo 1000
AO-fondsen-drie-fondsen-footer-webinars website footer

In het afsluitende college belichtte Anton Willemsma de manier waarop de OR met de Omgevingswet aan de slag kan. Lees in het verslag welke kansen de nieuwe wet gemeenten, provincies en waterschappen geeft om op een andere manier te veranderen en betrokken te zijn bij het proces. Welke onderwerpen zetten jullie als OR op de agenda? Anton liet zien vanuit welk perspectief je dat het beste kunt doen. Tot slot schoven drie OR-leden uit het land aan om hun inzichten en ervaringen met de implementatie van de Omgevingswet te delen.

Accepteer onze cookies om deze inhoud te kunnen bekijken.

Het is volgens mij niet nodig om als OR expert te zijn in de Omgevingswet. Maar het is wel belangrijk om te weten wat voor vragen er op je af kunnen komen.

Verslag college IV - Aan de slag

"Aan de slag met de Omgevingswet? Ondernemingsraad aan zet!"

Zoals gebruikelijk bij de colleges peilden we eerst de stemming onder de deelnemers. De Mentimeter liet zien dat er nog veel werk te doen is om de organisatiecultuur aan te laten sluiten bij de veranderingen van de Omgevingswet. Pakweg een kwart van de organisaties heeft al flinke stappen gezet, maar er is een behoorlijk groot deel dat nog op stoom moet komen. Dat laatste geldt ook voor de Ondernemingsraad zelf. Lang niet alle deelnemers hebben het idee dat hun OR helemaal klaar is voor de omslag naar anders denken en anders doen.

Lees hier het hele verslag

Dus was het de hoogste tijd om het woord te geven aan Anton Willemsen, die zich vanuit CNV bezighoudt met zaken op het gebied van rechtspositie. Ook dankzij zijn lange ervaring binnen gemeenten kon Anton vertellen vanuit welke ideeën de OR met de Omgevingswet aan de slag kan. De Omgevingswet zet de OR aan het werk, omdat er veranderingen aankomen. Die kunnen al gauw als een reorganisatie worden opgevat. Anton stelde de deelnemers gerust dat dit niet altijd een negatieve lading heeft. Reorganiseren voor de Omgevingswet gaat veel meer over het in gang zetten van een cultuuromslag en over een andere manier van werken. Mensen krijgen hierdoor kansen om nieuwe taken op te pakken en zich te ontwikkelen. Het is de verantwoordelijkheid van de OR om hierbij vinger aan de pols te houden. Je kunt het met de bestuurder hebben over een wendbare organisatie, proeftuinen of pilots zonder dat daarbij een 'traditionele' reorganisatie om de hoek komt kijken. En voor zover dat nog niet gebeurt, de OR is nu echt aan zet.

Anton spoorde de deelnemers aan om met hun eigen OR na te gaan wat hun rol, visie en mogelijke initiatieven zijn ten aanzien van de Omgevingswet. Stem je eigen onderwerpen af met die van de bestuurder en zet ze op de agenda. Ga niet alleen stoeien op de inhoud en definities, maar bekijk vooral hoe je veranderingen met elkaar wilt aanpakken. De relatie tussen OR en bestuurder is daardoor extra belangrijk. Probeer samen te werken vanuit gelijkwaardigheid, ook door af en toe in te zoomen op het menselijk aspect in die relatie.

De Wet op de Ondernemingsraad (WOR) geeft de OR veel mogelijkheden om actief met de impact van de Omgevingswet om te gaan. Anton gaf als tip niet te veel te focussen op de inhoud, want dan mis je het contact en wat er leeft onder de medewerkers. Zet juist in op werkbaarheid, 'ont-moeilijken' en eigenaarschap nemen, en kijk ook eens naar wat er bij andere organisaties gebeurt.

Maar wat nu als de medewerkers verandermoe zijn, bijvoorbeeld omdat de doelen niet bekend zijn of als veranderingen puur planmatig worden ingezet? Anton gaf aan dat je een cultuurverandering niet kunt plannen, die verloopt over veel langere tijd. Maar wat dan wel? Zijn antwoord kwam erop neer dat je binnen organisaties meer in rollen moet gaan denken. Geef medewerkers de gelegenheid om hierover met de OR in contact te komen. Creëer het besef dat hun rol gaat veranderen en dat ze zich daarop moeten voorbereiden. De vakbonden denken met de OR mee in hoeverre taken naar andere rollen kunnen worden opgerekt en hoe die ontwikkeling in het arbeidsvoorwaardelijke deel kan worden meegenomen.

Adviezen voor OR-leden

Als afsluiting van deze collegereeks nodigden we drie ervaren OR-leden uit om hun belangrijkste ervaringen met de Omgevingswet met ons te delen. We begroetten Arjan van Doorn (gemeente Baarn), Arnold Veenstra (gemeente Súdwest-Fryslân) en Fred van Nistelrooij (gemeente Tilburg).

Bekijk hun volledige bijdragen aan het einde van de video-opname – hier vatten we alvast hun tips voor je samen.

  • Je kunt de Omgevingswet niet in één keer op een namiddag behandelen. Het opstellen en introduceren van de wet kost al erg veel tijd. Organisaties hoeven niet op 1 januari 2022 helemaal klaar met veranderen te zijn. Neem als OR de tijd om het proces te volgen.
  • Bouw waarborgen in is als veranderingen binnen je organisatie gaan spelen. Spreek bijvoorbeeld af dat medewerkers mogelijk andere taken krijgen, maar wel werkgarantie behouden.
  • De veranderingen van de Omgevingswet gaan de hele organisatie aan. De OR kan een belangrijke rol spelen door wat er onder medewerkers leeft terug te koppelen naar bijvoorbeeld de programmamanager of de gemeentesecretaris die de cultuurverandering inzet.
  • Kijk of er binnen jouw organisatie ruimte is voor interne mobiliteit. Kunnen medewerkers op eigen verzoek in een andere functie groeien, bijvoorbeeld via interne detachering of een proefplaatsing bij een ketenpartner? Maak een opleiding op een ander vakgebied mogelijk, als de medewerkers daar zelf ook energie en moeite in willen stoppen.
  • Wees betrokken als OR, zorg dat je goed voeling houdt met hetgeen er speelt in bijeenkomsten. Sluit zelf aan, zodat je weet wat er gebeurt en hoe dit beleefd wordt door deelnemers.
  • Durf ruimte te geven en de diepte in te gaan zonder precies te weten waar je uitkomt. Hoe meer ruimte je geeft, hoe meer ruimte je krijgt. Zoek hierin vooral de samenwerking met de bestuurder op.
  • Pak de kansen die je krijgt om mee te praten en richting te geven.

Tips en links

Laat je als OR-lid inspireren om met de Omgevingswet aan de slag te gaan door de bronnen en praktijkverhalen uit de presentatie van Anton Willemsma.

Q&A - o.b.v. de vragen uit de live chat

Tijdens het college konden deelnemers reageren en vragen stellen in de chat. In deze rubriek is een aantal van deze vragen en antwoorden uit de live chat verwerkt. Wellicht staat jouw vraag als OR-lid er ook bij.

Betekent de Omgevingswet ook iets voor interne samenwerking?

Om opgaven in de keten te realiseren, is het belangrijk om ook intern elkaar vaker en tijdig op te zoeken. Door de juiste expertise op tijd aan tafel te krijgen, voorkom je dat er achteraf in het proces keuzes moeten worden herzien of bijgesteld. Bijvoorbeeld omdat blijkt dat vanuit de eigen organisatie de visie, ambitie of mogelijkheden anders liggen. Daarom is het ook nodig om het bestuur te betrekken in de keuzes die worden gemaakt.

Bij welke signaalwoorden moet een OR alert zijn als het gaat om een organisch vormgegeven verandering, zoals dat ook voor veranderen voor de Omgevingswet het geval is?

Er zijn veel synoniemen voor organisch veranderen waar OR-leden alert op moeten zijn, zoals experimenteren, adaptieve en wendbare organisatie, in beweging, kopgroepen, verbeteragenda, weerbare organisatie. Uiteindelijk gaat het toch om andere competenties, veranderende rollen en mogelijk nieuwe structuren waarbinnen medewerkers moeten gaan werken.

Hoe maak je de veranderingen als gevolg van de Omgevingswet bespreekbaar binnen je organisatie?

Artikel 24 van de WOR bepaalt dat de OR twee keer per jaar de algemene gang van zaken bespreekt met de bestuurder en eventueel de toezichthouder. Daarbij kan de Omgevingswet ter sprake komen, maar dat is een magere basis. Het onderwerp moet volgens ons veel vaker op de agenda staan. Daarnaast is het belangrijk om te investeren in de relatie met je WOR-bestuurder en het management van de organisatie. Houd vinger aan de pols bij medewerkers en houd voeling bij wat er in de organisatie leeft. Dit vraagt minder om een traditionele benadering, maar juist een meer procesmatige aanpak. Kijk daarbij goed hoe je voor de medewerkers waarborgen in het proces kunt inbouwen. Ook de mate waarin de organisatie het veranderproces voor medewerkers faciliteert, is voor de OR een belangrijk onderwerp om op de agenda te zetten.

In welke mate is er al duidelijkheid over de vraagstukken die vanuit de Omgevingswet op de OR-tafel komen?

Dit verschilt per organisatie en heeft ook weer veel te maken met de visie en ambitie van de eigen organisatie. Ook als OR kun je hierop een visie ontwikkelen, je positie bepalen en er een rol in pakken. Adresseer wat de OR belangrijk vindt, welke stappen je ziet om medewerkers mee te krijgen in de verandering en welke randvoorwaarden daarvoor nodig zijn. De Omgevingswet is geen klip-en-klare verandering, maar vraagt om een eigen invulling van gemeenten, provincies en waterschappen.

College O Romgevingswet aandeslag 1000
CNV FNV CMHF logo 1000
AO-fondsen-drie-fondsen-footer-webinars website footer

Misschien vind je dit ook interessant