Kunstmatige intelligentie of artificial intelligence (AI) wordt na de computer en de mobiele telefoon de volgende grote disruptor, met alle kansen en bedreigingen die daarbij horen. Het maakt niet uit of je er positief of negatief tegenover staat: je kunt er niet omheen. Het gebruik van AI gaat dingen makkelijker maken, maar kritisch denkvermogen wordt nog belangrijker dan het al is.
Tekst Maurits van den Toorn Beeld Hilbert Krane
Dit artikel is ook verschenen in het Publiek Denken magazine. Speciaal voor het 30-jarig jubileum van A&O fonds Gemeenten heeft magazine Publiek Denken een special gemaakt.
Uitvoerend kantoorwerk
Duidelijk is al dat AI de manier van werken gaat veranderen. Ondanks alle digitalisering is er nog steeds tamelijk veel uitvoerend kantoorwerk, bijvoorbeeld gegevens in een Excelbestand invoeren, maar ook beleidsdocumenten analyseren en/of schrijven. Dat kan sneller en efficiënter met AI, zeker nu dat met een applicatie als Microsoft Copilot steeds meer onderdeel wordt van de vertrouwde werkomgeving.
Het handmatig typen van teksten wordt ouderwets.
Frank van der Kuyl, communicatieadviseur bij A&O fonds Gemeenten: ‘Het zal steeds verder gaan. Je kunt AI straks alles op je computer laten doen, je kunt het taken leren. Nu werken we al plaatsonafhankelijk, maar je zit nog steeds aan het toetsenbord en de laptop vast. Het handmatig typen van teksten gaat ouderwets worden, de generaties na ons zullen dat niet meer doen. Binnenkort hoeft het ook niet meer, je geeft AI een opdracht en deze voert deze taak op jouw computer voor je uit.’
Freek Vos, adviseur online en IT bij A&O fonds Gemeenten vult aan: ‘Je zult niet meer zelf formules of formats invoeren, AI kan dat voor je doen. Dat vraagt wel om goed inzicht en kennis om fouten te kunnen zien, al zal AI gaandeweg dingen steeds beter gaan doen en ook zelf abnormaliteiten sneller kunnen signaleren.’
Kletskassakracht
Het voordeel is dat er zo ruimte ontstaat voor ander werk: meer ruimte voor creativiteit, strategisch nadenken of brainstormen met collega’s. Van der Kuyl: ‘AI geeft ruimte aan wat ik “kletskassakracht” noem, naar analogie van de “kletskassa” in sommige supermarkten. Daar was vroeger geen tijd en ruimte voor, maar nu wel omdat veel andere klanten juist zijn gaan afrekenen met behulp van digitale hulpmiddelen.’ Nog een voorbeeld: je kunt AI de eerste aanzet voor een managementsamenvatting laten maken. ‘Natuurlijk moet je daarna zelf kijken of het in orde is, maar zoiets spaart uren tijd. Uren die je kunt besteden aan ander werk.’
Niets is gratis
Er zijn kanttekeningen te plaatsen, over privacy en databeheer bijvoorbeeld. Daar zit wat in, maar de zorgen daarover hebben veelal betrekking op de gratis versies van AI-producten. Van der Kuyl: ‘Bedenk: niets is gratis, je betaalt in zo’n geval met jouw data. Andersom geldt: hoe meer geld je uitgeeft aan een abonnement of licentie, hoe beter je een applicatie qua privacy en databeheer kunt inrichten.’
Vos: ‘Met de opslag in de cloud zijn er nu ook al risico’s. Door AI wordt dat niet erger. Wel reëel is dat je met behulp van AI informatie in documenten veel sneller kunt vinden. Om te voorkomen dat onbevoegden dat kunnen doen, moet je zorgen dat je toegangsbeheer op orde is. We moeten daar strenger en zorgvuldiger in worden. Bewaak de poort strenger, bijvoorbeeld door geen tweetraps- maar drietraps-identificatie te eisen, of opnieuw in te loggen voor je een AI-toepassing gebruikt.’
Je moet zorgen dat je toegangsbeheer op orde is.
Uitkomsten controleren
Het voornaamste is dat we ons moeten realiseren dat je AI niet zelf z’n gang kunt laten gaan. Dat vergt skills van de gebruiker. Die moet heel goed opletten om te voorkomen dat hij de mist ingaat. De inhoudelijke kennis van de beleidsambtenaar wordt extra belangrijk om te kunnen beoordelen en controleren of het wel klopt waar AI mee komt.
Vos: ‘Als je het verlenen van parkeervergunningen met AI automatiseert en het gaat een keer mis, dan is dat vervelend, maar geen grote ramp. Maar als hetzelfde bij het toekennen van bijstandsuitkeringen gebeurt, is het wel een groot probleem. Het is daarom nodig om de werkprocessen goed te inventariseren; je moet heel goed weten waar je AI in je werk toepast en je moet ervoor zorgen dat de uitkomsten altijd worden gecontroleerd door iemand met inhoudelijke kennis. Zet AI slim in: als je AI laat beoordelen of iemand een uitkering moet krijgen, vraag dan ook wat de argumenten daarvoor zijn.’
Slechte output
Dat is het zogenaamde prompting en dat is heel belangrijk: geef goede informatie aan AI, stel de goede vragen, definieer goed wat je wilt weten en controleer continu of de uitkomsten wel kloppen. De gebruiker moet daarvoor inhoudelijke kennis hebben, kritisch kunnen denken en in staat zijn om onzin te herkennen.
Van der Kuyl: ‘Slechte input levert slechte output op. Anders gezegd: vuilnis erin betekent dat je ook vuilnis eruit krijgt. Dat laatste betekent ook nog eens extra werk om het allemaal te corrigeren. Dus: denk goed na bij het definiëren van wat je wilt, geef goede randvoorwaarden mee en baken het onderwerp duidelijk af.
Ambtenaren doen er goed aan om te leren analyseren en begrijpen hoe het proces van een AI-tool verloopt, het mag geen black box worden. Als je met AI gaat werken, moet je echt snappen wat AI doet, hoe het dat doet en wat het toevoegt.’
Vuilnis erin betekent dat je ook vuilnis eruit krijgt.
Persoonlijk contact
AI is nu nog vooral een gadget, maar het is duidelijk dat er snel veel gaat veranderen. Vos: ‘Digitalisering had eerder vooral effect voor werkzaamheden op mbo-niveau, AI heeft nu gevolgen voor het werken op hbo- en wo-niveau. Voor we het echt serieus in ons werk kunnen gebruiken, moeten we nog veel leren. Je zult veel aandacht moeten besteden aan prompting en het prepareren van AI voor de taken die we ermee willen uitvoeren.’
Dat kost tijd, maar door de automatisering van veel standaardtaken levert AI vervolgens meer tijd op om beleidsstukken te lezen, te brainstormen of meer mensen aan de balie beschikbaar te hebben voor persoonlijk contact. Denk aan het voorbeeld van de kletskassa.’