Hier klopt iets niet – dat is een gevoel dat veel professionals in de uitvoering herkennen. Of ze nou medewerker zijn in het Sociaal Domein, of op een andere manier contact hebben met inwoners. Maar wat doe je, als je verdacht of ronduit crimineel gedrag ziet? Meld je het? En vertel je dát? Daarover organiseerde het A&O fonds Gemeenten een werkatelier.

AO Mathijs Zwinkels Kees Winkelman portret 1000

Mathijs Zwinkels, oprichter van de Universiteit van de Straat, gaf daar training. Hij vertelt over de spanning tussen meldplicht en vertrouwensrelatie, over de rol van angst en het belang van heldere beleidsregels binnen de gemeente.

Zwinkels (31) begeleidt jongeren, doet aan deskundigheidsbevordering voor professionals, en adviseert gemeenten over projecten en uitvoering. Eerder was hij al jongeren- en opbouwwerker, wijkcoach en ketenregisseur, en werkte hij in een sociaal wijkteam.

Maar zijn belangrijkste ervaring deed Zwinkels daarvoor al op: ‘Ik ben opgegroeid in een wijk waar veel speelde. Er woonden veel mensen met een achterstandspositie, veel jongeren, veel mensen uit andere culturen. Ik ken dus de cultuur van de straat, én ik weet hoe organisaties als de gemeente werken en denken. Het bij elkaar brengen van deze leefwerelden kan professionals helpen om beter en makkelijker contact te houden met de doelgroep. En bij het maken van moeilijke keuzes. Zoals: ik weet dat iemand iets doet wat niet mag – moet ik dat melden?’

Toegang houden of melden?

Het is een probleem waar vooral mensen mee te maken kan krijgen die vanuit hun functie een focus hebben op maatschappelijk ongewenst gedrag. ‘Iedereen kan wiet ruiken, maar niet iedereen let erop. De mensen die er wél op letten, zijn vaak werkzaam in handhaving, toezicht en veiligheid. Of in het sociaal domein.’ Dat zijn allemaal functies met verschillende taakdoelstellingen, en die bepalen volgens Zwinkels ook voor een groot deel hoe ze het beste om kunnen gaan met crimineel gedrag.

AO Mathijs Zwinkels Kees Winkelman deur2 1600

Een vertrouwensrelatie moet een werkrelatie zijn. De vertrouwensband is als middel heel belangrijk voor een werkrelatie, maar het mag nooit een doel op zich worden.

Mathijs Zwinkels, Oprichter van de Universiteit van de Straat

‘Vanuit hun opleiding en werkomgeving zijn professionals vaak goed doordrongen van hun meldplicht. Zie je iets dat niet door de beugel kan? Dan moet je dat melden. Maar dat is in sommige wijken lastig als je óók de toegang tot die wijk wilt houden. Dat zijn wijken waar het credo is dat je je niet met andermans zaken bemoeit. En al helemaal niet iemand verraadt. Soms is het echt een maatschappij ín de maatschappij. Daar moet je rekening mee houden, als je toegang wilt houden. Voor handhavers maakt dat vaak minder uit. Maar werk je zonder uniform, bijvoorbeeld als ketenregisseur? Dan heb je een heel ander doel, en is toegang juist een belangrijk middel. Die opening wil je misschien wel niet dichtgooien omdat je weet dat iemand zwart bijklust. Of wel eens een lijntje neemt in het weekend.’

Duidelijk zijn over werkwijze

Tegelijkertijd wil je ook niet medeplichtig worden en onmaatschappelijk gedrag in stand houden. ‘Dat is ingewikkeld. En dat blijft het ook. Iedere afweging is uniek, maar de basis moet volgens mij zijn: je meldt criminaliteit, en je vertelt dat aan degene over wie het gaat. Natuurlijk is er altijd een grijs gebied – treinconducteurs geven ook niet iedereen zonder kaartje een boete. Maar juist in dat grijze gebied is het belangrijk om duidelijk te zijn over je werkwijze. En dat doe je vanaf het allereerste contact.’

‘Veel professionals zeggen het al bij de introductie: als je mij iets strafbaars vertelt, dan ben ik verplicht om daar melding van te maken. Met als gevolg dat iemand dus al op voorhand besluit helemaal niets te vertellen, terwijl een gesprek daarover hem misschien wel kan helpen zijn leven te beteren. Wat vaak beter werkt, is duidelijk maken dat je er bent om iemand te helpen, maar niet ten koste van alles. Dat je moet weten wat je nodig hebt om iemand te helpen, maar dat het belang van de samenleving altijd zwaarder telt. Je bent geen rechter, maar kijkt wel naar de feiten en omstandigheden’

De kans dat inwoners je een melding persoonlijk kwalijk nemen, is een stuk kleiner als ze je zien als professional.

Mathijs Zwinkels, Oprichter van de Universiteit van de Straat

Vertrouwensband is middel, geen doel

‘Een vertrouwensrelatie moet een werkrelatie zijn. De vertrouwensband is als middel heel belangrijk voor een werkrelatie, maar het mag nooit een doel op zich worden. Je moet je niet achter de relatie kunnen verschuilen. Dat is een lastige balans. Die balans houd je, door te zorgen dat je beslissingen uitlegbaar zijn. Aan jezelf, aan je cliënt, en vooral ook aan je eigen organisatie, en je samenwerkingspartners. Mensen die twijfelen of ze iets moeten melden, zwijgen er vaak over. Maar het is juist belangrijk om erover te praten. Dat kunnen stevige gesprekken zijn. Maar je moet je eigen kompas en overtuigingen wel toetsen aan de rest van het netwerk. En de andere kant op werkt het ook: de kans dat inwoners je een melding persoonlijk kwalijk nemen, is een stuk kleiner als ze je zien als professional.’

De zekerheid van rugdekking

Eén van de grootste problemen bij dit soort afwegingen, is de angst voor represailles en intimidatie. ‘Het gebeurt dat mensen iets niet melden, omdat ze bang zijn voor de gevolgen. Dat zou niet moeten, maar het is wel begrijpelijk. Ik sprak op het werkatelier in februari met een groep professionals uit een vrij klein dorp. Zij gaven aan dat dat soms heel lastig is. Het gaat soms om hun eigen buren en kennissen, om vrouwen van collega’s … en iedereen gaat naar dezelfde supermarkt. Soms is het gewoon handiger om niet te wonen waar je werkt, tenzij je zeker weet dat je persoonlijke omstandigheden jouw keuzes niet beïnvloeden.’

Soms is het echt een maatschappij ín de maatschappij. Daar moet je rekening mee houden, als je toegang wilt houden.

Mathijs Zwinkels, Oprichter van de Universiteit van de Straat

Uiteindelijk zijn het de organisaties die voor de veiligheid moeten zorgen, volgens Zwinkels. ‘Als professional moet je weten waar je terecht kunt. Met je dilemma’s, en met je angsten. Honderd procent veiligheid bestaat niet, maar je moet in je werk de zekerheid hebben van rugdekking. Het helpt enorm als er een helder beleid is en er procedures zijn als het gaat om signaleren, melden en wat te doen bij publieksagressie. Dat is lang nog niet overal het geval. Er zijn wijken die al dertig jaar te boek staan als slechte wijk. Dat heeft veel oorzaken, maar veiligheid is er zeker een van. Professionals lopen nu liever een andere wijk in, waar ze misschien wel veel minder impact kunnen hebben. Dat is zonde. Hun aanwezigheid in wijken is wat mij betreft ook een doel op zich. Waar de overheid zich terugtrekt, krijg je vrijplaatsen. Ik zou het goed vinden als de overheid uitstraalt: wij kunnen óveral zijn. En dat hoeft niet alleen met handhaving. Ik geloof oprecht: als je begint met een open en vriendelijk gesprek, krijg je bijna overal ingangen.

Wil je reageren of heb je vragen naar aanleiding van dit praktijkverhaal en het bijbehorende praktijkadvies ‘Signaleren en melden van criminaliteit’ , of wil je meer weten over onze werkateliers, stuur dan een mail naar May Yalcin, projectleider Sociaal Domein via secretariaat@aeno.nl.

Stuur een email

Praktijkadvies Signalering en Melden Criminaliteit

Professionals in de gemeentelijke uitvoering weten als geen ander wat er komt kijken bij het contact met inwoners en partners. Het A&O fonds Gemeenten brengt uitvoerders om tafel om inspiratie op te doen en kennis te delen.

In het praktijkadvies (PDF) hieronder vind je tal van adviezen voor uitvoerders, leidinggevenden en bestuurders, die zijn voortgekomen uit het werkatelier over signaleren en melden van criminaliteit.

Meld agressie met de GIR-app

Het Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem (GIR) is een voor gemeenten ontwikkeld agressie- en ongevallenregistratiesysteem. Het GIR is een internetapplicatie die gemeenten kunnen inrichten voor hun eigen organisatie.

Arbocatalogus

De arbocatalogus beschrijft technieken, methoden en normen over veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Met de arbocatalogus maken sociale partners afspraken over het aanpakken van arbeidsrisico’s door gemeentelijke organisaties. Ook biedt de catalogus praktische handleidingen voor veilig en gezond werken.

Misschien vind je dit ook interessant