De krapte op de arbeidsmarkt is inmiddels overal te merken. Veel geruststellends is daar niet over te zeggen, want het wordt de komende jaren alleen maar erger, waarschuwen toekomstonderzoeker en arbeidsmarktdeskundige Bart Götte en projectleider arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten Patricia Honcoop. ‘We moeten het beest in de bek kijken.’
Tekst Maurits van den Toorn | Beeld Hilbert Krane
Dit artikel is ook verschenen in het Publiek Denken magazine. Speciaal voor het 30-jarig jubileum van A&O fonds Gemeenten heeft magazine Publiek Denken een special gemaakt.
De rek verdwijnt
Op korte termijn kan er zo’n groot tekort aan arbeidskrachten ontstaan dat veel bedrijven en instellingen, ook bij de overheid, niet al hun taken meer kunnen vervullen. Tenminste: als we op de huidige manier doorgaan. Bart Götte is oprichter van FutureFlock, een organisatie die zich bezighoudt met werk, organisaties en toekomstverkenningen. Ook doceert hij aan de UvA over (onder meer) de toekomst van de arbeidsmarkt.
‘Tussen nu en 5 jaar verdwijnt de rek uit de arbeidsmarkt,’ zegt hij. ‘We kunnen nu nog teren op een reservoir, maar dat droogt op en we kunnen gaten dan alleen nog maar vullen met mensen uit andere organisaties, met als gevolg dat daar dan gaten vallen. Er is geen buffer meer. Als je als organisatie geen vet op de botten hebt in termen van menscapaciteit, is dat heel risicovol. Dan stokken processen als mensen uitvallen. Je ziet dat al een beetje gebeuren: komende zomer rijden er 7 weken geen treinen naar Amersfoort en de luchthaven Eindhoven gaat 5 maanden dicht. Dat is allemaal het gevolg van gebrek aan mensen. Onconventionele maatregelen worden steeds noodzakelijker.’
Tussen nu en 5 jaar verdwijnt de rek uit de arbeidsmarkt.
Alle hens aan dek
Bij gemeenten is het probleem zo mogelijk nog acuter, want gemeentelijke organisaties vergrijzen meer dan de rest van Nederland. Patricia Honcoop, projectleider arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten, ziet dat het ‘alle hens aan dek’ is en dat sommige gemeenten het niet meer kunnen bolwerken. ‘Bovendien speelt mee dat er steeds meer taken bij komen, zoals onlangs nog de invoering van de Omgevingswet.
Er zijn andere competenties nodig op een te krappe arbeidsmarkt. Ga er maar aan staan, want meer mensen vinden lukt niet. We moeten op andere manieren de burgers tevredenstellen.’ Alleen: als gemeente kun je niet zomaar zaken stopzetten. Honcoop: ‘Er is een andere mindset nodig om dingen anders te organiseren en rigoureus anders, flexibeler, het werk te doen. Het moet voor gemeentemedewerkers makkelijker worden om andere werkzaamheden op te pakken, maar ook om over te stappen: binnen de eigen gemeenten, tussen gemeenten en tussen gemeenten en bedrijfsleven. Zo’n ontwikkeling is goed voor de personen en ook voor de organisaties.’
Professionaliseringsparadox
Een van de problemen daarbij is volgens Götte de professionaliseringsparadox. ‘We zijn heel erg gericht op de ontwikkeling van onze professionele vaardigheden, maar daar schieten we in door. Er is te veel controle, te veel kwaliteitsnormen, te veel stimulans om ons steeds verder te ontwikkelen, het steeds beter te doen. We moeten ons eens durven af te vragen: wanneer is het genoeg? Niet alles wat we doen is nodig, en het hoeft ook niet altijd van extreem hoge kwaliteit te zijn.’ Nog een probleem is dat mensen vaak vastzitten in functies, afdelingen, salarisschalen, organisaties, terwijl er juist veel meer flexibiliteit nodig is. ‘We hebben onszelf helemaal vast georganiseerd.
ZZP-ers
Dergelijke organisatieprincipes kunnen we de komende jaren niet meer volhouden. Gelukkig zijn er al zo’n 1,6 miljoen mensen flexibel, de zzp’ers. Zij zijn soepel inzetbaar op die plekken waar het werk is. Er is helaas veel negatief sentiment tegenover zzp, maar het is een contractvorm die een belangrijk organiseerprincipe mogelijk maakt: werkenden daarheen laten stromen waar het werk het meest van waarde is.’ Lastig, want we zien juist de wens om meer mensen een vaste aanstelling te geven. Götte: ‘De contractvormdiscussie is niet meer dan een afleiding om veel fundamenteler de discussie over flexibiliteit niet te hoeven voeren, terwijl we hoe dan ook flexibeler moeten gaan werken. We houden te veel vast aan het bestaande, terwijl we kunnen zien dat in ongeveer 3 jaar in veel sectoren de crisis uitbreekt door een structureel tekort aan menscapaciteit.’
Dashboard Personeelsmonitor
Regeren is vooruitzien. In het dashboard van de Personeelsmonitor kun je de HR-kengetallen van jouw gemeente op verschillende niveaus vergelijken. Dit is een mooie basis om te werken aan datagedreven arbeidsmarktbeleid. Log in op het dashboard van de Personeelsmonitor en ga aan de slag.
Taken afstoten is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Leuke dingen doen
Een trend die bijdraagt aan het probleem is dat mensen in toenemende mate andere prioriteiten gaan stellen, vaak ook moeten stellen. Denk aan de groeiende vraag naar mantelzorgers en mantelzorgtaken omdat de zorgsector die niet meer kan vervullen. Götte: ‘Werknemers gaan prioriteiten stellen en kiezen waar hun loyaliteit ligt. Het gaat om zulke grote aantallen mensen dat processen moeizamer lopen, of simpelweg gaan stokken en er als gevolg daarvan een systeemfalen dreigt.
De impact daarvan is enorm, het raakt de productiviteit veel harder dan we nu nog willen erkennen.’ Honcoop ziet dat de overheid als extra probleem het matige imago van ambtenaren heeft. Veel mensen vinden werken bij de overheid niet spannend. Ten onrechte: ‘Veel mensen weten niet wat gemeenten allemaal doen. Dat moeten we beter laten zien om aantrekkelijker te worden. We moeten het saaie imago doorbreken en laten zien dat je heel leuke dingen kunt doen bij de gemeente. We hebben de wind mee, want jongeren zijn sterker maatschappelijk betrokken. We halen dan ook veel jongeren binnen, alleen blijven ze niet lang. Ze kijken heel anders tegen werk aan.’
Anders organiseren
Götte: ‘Dat speelt niet alleen bij gemeenten. Jongeren wisselen overal veel sneller van baan. Ze willen afwisseling, hun leercurve steil houden en hun netwerk uitbreiden. Ze kunnen het zich ook veroorloven, anders dan oudere generaties hebben ze geen angst voor werkloosheid. Daar kun je als organisatie maar in beperkte mate iets aan doen. Het is een nieuwe norm. Organiseer je werkzaamheden anders, je hebt niet in alle gemeenten overal dezelfde functies nodig. Misschien moeten we wel denken aan een nieuwe golf van gemeentelijke herindelingen, of aan het opzetten van grotere regionale organisaties.’
Je vist in elkaars bootje
Honcoop: ‘Dat is vaak lastig en afhankelijk van politieke keuzes. Soms wordt een bestaande samenwerking zelfs weer beëindigd, wat gezien de huidige problemen niet handig is. Je kunt wel een regiegemeente worden die niet alles zelf doet en taken uitbesteedt, maar de vraag is aan wie? Er is overal gebrek aan mensen.’ Ga dan mensen werven, is de eerste gedachte. Maar dat werkt niet meer. Götte: ‘Op een krappe arbeidsmarkt ga je meer werven, maar dat is een zero sum game. Je vist in elkaars bootje, want de vijver is leeg en dat levert ergens anders weer tekorten op. We moeten andere oplossingen verzinnen.’ Minder deeltijdwerken is er daar geen van. ‘Dat idee is gebaseerd op de aanname dat mensen buiten hun parttimebaan geen werk verrichten. Dat is voor de meeste mensen niet zo, denk aan mantelzorg voor hun naasten, zorgtaken voor het gezin, en heel veel vrijwilligerswerk. Als je zegt dat Nederland kampioen deeltijdwerk is, moet je daar meteen aan toevoegen dat Nederland ook kampioen vrijwilligerswerk is.’
Vijf over twaalf
Hij komt met een aantal drastische oplossingen – drastischer dan veel mensen prettig zullen vinden – die nodig zijn om te voorkomen dat de maatschappij knarsend vastloopt. Götte: ‘We moeten beginnen met schoon schip maken. Dat wil zeggen: stop met alle zinloze activiteiten, met alles wat niet per se nodig is. Maak vervolgens regels, procedures en bureaucratische zaken eenvoudiger en gemakkelijker en werk dan aan verdere digitalisering. Er is nog een optie: langer werken. Dat betekent nadenken over het sneller verhogen van de pensioenleeftijd, het bekorten van opleidingen en het verminderen van het aantal vakantiedagen, terug van bijvoorbeeld 25 naar 12. En ten slotte moeten we met sommige zaken gewoon helemaal stoppen.’
Dat worden lastige discussies, maar de tijd dringt. Bovendien komen alle transities op ons af, dat maakt de context nog complexer, en het werk minder productief. Götte waarschuwt voor wensdenken, zoals het idee dat kunstmatige intelligentie veel taken zal overnemen en daarmee de problemen wel zal oplossen. IJdele hoop, stelt hij: ‘Het genereert zelf ongetwijfeld ook weer veel werk.’ Hoe dan ook, snelheid is geboden. Honcoop: ‘De grote crisis komt eraan, bij de gemeenten is het al vijf over twaalf.’