Boa’s helpen in hun ontwikkeling, zodat ze beter worden in hun huidige werk, én zodat ze verder vooruit kunnen kijken. Dat is de reden dat de afdeling Straattoezicht van de gemeente Zaanstad besloot om EVC-trajecten aan te bieden. Daarmee krijgen de boa’s inzicht in hun competenties en huidige werk- en denkniveau. Belangrijk, want een opleiding die je jaren geleden gevolgd hebt, zegt niet alles over wat je nu kunt, of waar je goed in bent. De trajecten bleken een schot in de roos.
Sebastiaan Westenberg is afdelingshoofd operationele regie bij Straattoezicht. Toen een collega hem eens vertelde over EVC-trajecten, werd hij meteen enthousiast: ‘Boa zijn is intensief, er komt heel wat bij kijken. Daarom zijn we ook altijd veel bezig met de ontwikkeling van onze medewerkers. Hoe zorgen we dat mensen langdurig en vitaal bij ons aan de slag kunnen? En hoe zorgen we ervoor dat ze eventueel door kunnenstromen naar een andere baan bij de gemeente of de politie? Daar passen die EVC-trajecten heel goed bij.’
Update! is een project van A&O fonds Gemeenten voor ontwikkelactiviteiten voor gemeentemedewerkers met (v)mbo-niveau. Het gaat om ontwikkeladvies, begeleiding, scholing of EVC, erkenning van wat eerder in het werk is geleerd. Gemiddeld maken (v)mbo’ers weinig gebruik van ontwikkelactiviteiten, terwijl er in het werk vaak wel veel verandert. Hoe zetten gemeenten de middelen in? Wat levert het op? Dat willen we laten zien met een reeks verhalen, waarvan dit er één is.
Hbo-niveau met een mbo-papiertje
EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Het is een manier om kennis en vaardigheden die iemand niet bij een officiële opleiding heeft opgedaan, alsnog te certificeren. Dat kan waardevol zijn voor mensen die nooit een diploma haalden, maar wel veel werk- en levenservaring hebben. Maar ook voor mensen die bijvoorbeeld ooit een mbo-diploma haalden, en inmiddels op hbo-niveau werken. Westenberg: ‘In vacatures bij gemeenten wordt, net als bij veel andere organisaties, vaak om hbo werk- en denkniveau gevraagd. Maar zie dat maar eens aan te tonen in een sollicitatiegesprek als je lager opgeleid bent. Bij ons werken veel medewerkers op een hoger niveau dan waarvoor zij ooit een opleiding hebben gedaan. En een aantal van hen heeft nog veel meer in zijn mars. Door een EVC-traject krijgen die mensen de kans om hun eigenlijke niveau en competenties daadwerkelijk aan te tonen. En dan liggen er opeens kansen die voorheen onhaalbaar leken.’
Door een EVC-traject krijgen mensen de kans om hun niveau en competenties aan te tonen.
De blik omhoog
De afdeling van Westenberg huurde een extern bureau om het traject uit te voeren. Acht medewerkers namen in eerste instantie deel. Willemien Münchow was één van hen: ‘Ik kreeg een begeleider toegewezen, die ongeveer alle mogelijke informatie bij me opvroeg over mijn carrière: opleidingen, werkervaring, certificaten van cursussen, echt alles. Daarna hebben we een aantal gesprekken gevoerd. Die gingen over mijn ervaring, maar ook over mijn huidige werk. Waar ik tegenaanloop bijvoorbeeld, en wat ik nog zou willen.’ Ook Albin Glaser deed mee aan het traject. Hij vult aan: ‘Uiteindelijk kwam er uit wat voor vaardigheden ik allemaal had en wat mijn niveau is. Maar óók waar ik me in de toekomst nog op zou kunnen richten om me verder te ontwikkelen.’ Münchow: ‘Ik heb mbo gedaan, en ben lange tijd huismoeder geweest, maar ik wilde weer aan de slag. Uiteindelijk ben ik aangenomen als boa. Al snel daarna kon ik leidinggevende worden, en heb ik een project geleid én vervolgens uitgebreid. Met die ervaring kon ik binnen de afdeling wijkcoördinator worden. Ik had officieel alleen een mbo-diploma, maar deed ineens werkzaamheden die op een hoger niveau lagen. Ik kán dat dus, maar ik kon het niet aantonen. Toen de vraag kwam of ik mee wilde doen aan het EVC-traject, hoefde ik daar dan ook niet lang over na te denken. Het was voor mij een ideale manier om in relatief korte tijd een beeld te krijgen van mijn daadwerkelijke niveau. En dat gaf ook perspectief. Nu denk ik: ik wil ook wel wijkmanager worden, nog weer een stapje hoger.’
Gericht werken aan duurzame inzetbaarheid
Glaser heeft dankzij het EVC-traject zelfs al een vervolgstap gemaakt binnen de gemeente. ‘Ik was senior jeugdboa, en wilde graag de stap naar een leidinggevende of beleidsfunctie maken. Daarvoor heb je ervaring met beleidswerk nodig, en vaak vragen ze ook minimaal HBO werk- en denkniveau. Dat heb ik allebei, maar dat kon ik niet goed aantonen. Met mijn EVC-certificaat kon ik wel laten zien welk niveau ik door ervaring heb verkregen. Daarmee kon ik doorstromen naar de functie van afdelingshoofd Havens en vaarwegen. En nu geef ik leiding aan 34 medewerkers.’ De EVC-trajecten zijn voor Westenberg altijd een goede aanleiding om met medewerkers in gesprek te gaan over hun werk. ‘Als we iemands competenties in kaart hebben, kunnen we persoonlijke ontwikkelgesprekken voeren. Dan bespreken we toekomstplannen, en hoe iemand zich op welk vlak zou kunnen ontwikkelen. Op basis daarvan kunnen we medewerkers ondersteunen met scholing. Zo werken we heel gericht aan het duurzaam inzetbaar houden van onze medewerkers.’
Het was voor mij een ideale manier om in korte tijd een beeld te krijgen van mijn daadwerkelijke niveau.
Snel en goed: EVC Compact
De reguliere trajecten zoals die Münchow en Glaser doorliepen, kosten
vaak een dag of vijf, zes, en worden als behoorlijk arbeidsintensief
ervaren. Inmiddels biedt de afdeling Straattoezicht ook EVC Compact aan,
een kortere variant. Westenberg: ‘De reguliere trajecten zijn heel
waardevol, maar we hebben nu een vrij jonge groep medewerkers op de
afdeling. Dan is het niet altijd nodig om het reguliere traject te
doorlopen. EVC Compact vraagt een tijdsinvestering van twee dagen, dus
dat scheelt behoorlijk. De kortere trajecten zijn ook gewoon erkend, én
ze passen precies in het budget dat we hebben dankzij de subsidies van
het A&O fonds. We zetten de trajecten nu in voor de jonge
medewerkers die nog het een en ander moeten leren. Zo kunnen we
letterlijk elke boa helpen in zijn of haar ontwikkeling, van jong tot
oud. Ook als iemand op zijn zestigste nog stappen wil zetten in zijn loopbaan.’
Dat dat soms betekent dat goede boa’s iets anders gaan doen, juicht Westenberg alleen maar toe. ‘Ik vind het mooi om te kijken wat mensen in zich hebben. En ik vind dat je als gemeente talent de kans moet geven om door te stromen. Daar wordt iedereen beter van. Mensen moeten gelukkig kunnen zijn in hun werk.’