Het Sociaal domein is in beweging, en dat vraagt een verandering in houding, werkwijze en gedrag van uitvoerders. Dat is de essentie van alle hordes die we in deze toolkit nemen. Hier laten we de theorie even los en duiken we de praktijk in. Josefien Ensdorff, medewerker sociaal beheer bij woningcorporatie WormerWonen, vertelt wat een andere aanpak haar opleverde.

‘Voordat ik bij WormerWonen kwam, werkte ik in Amsterdam als stadsdeelregisseur in de treiteraanpak. Als iemand aangaf overlast te ondervinden door treiteren, was het aan ons om daar een eind aan te maken. Let wel, dan hebben we het over volwassenen onderling, niet over pesten op school. In veel gevallen bleek een treiteraar met veel verschillende instanties en hulpverleners te maken te hebben. Daardoor maakte ik voor het eerst kennis met de behangrolsessie.’

Behangrolsessies

‘De gemeente maakte bij multiprobleemgezinnen geregeld gebruik van behangrolsessies. Ik werd voor zo’n sessie uitgenodigd toen er bij een zo’n gezin óók sprake was van treitergedrag. Het doel van die sessie was om complexe zaken inzichtelijk te maken. Wat was er al gebeurd? Welke partijen hadden al geprobeerd dit gezin op de rails te krijgen? Wat werkte wel, wat werkte niet?’

‘Tijdens de sessie maakten we een tijdslijn. Dat deden we op een horizontale behangrol, want op geen enkel normaal stuk papier paste alles wat er in de loop der jaren al gedaan was door hulpverleners. Dat maakte toen wel meteen duidelijk dat er niet één specifieke interventie was die het probleem van dit gezin ging oplossen.’

‘Uit de behangrolsessie bleek dat er al meerdere partijen tegelijk aan het werk waren geweest, zonder dat ze van elkaar wisten wat ze deden. Een voorbeeld is de hulpverlener die wist dat een moeder boodschappen afrekende met een rol briefjes van honderd, terwijl een andere hulpverlener een ander gezinslid hielp om zijn OV-kosten vergoed te krijgen.’

Patronen helder krijgen

‘Doordat alle partijen de behangrolsessie vrij gedetailleerd voorbereidden, konden we alle inspanningen en resultaten ook uitgebreid doornemen. Dat kost veel tijd, maar het maakt wel helder wat voor patronen er spelen. Dat kunnen allerlei patronen zijn, trouwens. Soms ging het om iemand die consequent zorg vermijdt. En een ander patroon dat vaak terugkeert, is dat van mensen met een grote bek. Die krijgen vaak tóch een beetje hun zin als ze een hulpverlener de hoek in brullen. En dat is een of twee keer niet zo erg, maar als dat ook bij zeven of acht andere partijen gebeurt, dan weet je zeker dat nieuwe afspraken ook geen zin hebben als niet iedereen voet bij stuk houdt.’

‘Ook in het geval van zorgmijders was de oplossing uiteindelijk helder: iemand moest hen alsnog aan de hand meenemen naar hulpverlening. En over wie dat dan moet doen, kun je afspraken maken. Daarbij helpt het dat er een gevoel van gemeenschappelijkheid ontstaat als je samen in kaart brengt wat er allemaal al gedaan is.’

Terugkijken – en blijven praten

‘Ik heb bij verschillende behangrolsessies gezeten. De lessen die ik daar leerde, gebruik ik nog steeds. Ook nu ik bij een kleine corporatie werk, zoek ik relatief snel collega’s of andere partijen op als een zaak complex lijkt te worden. Ook neem ik soms echt de tijd om terug te kijken, zodat ik patronen herken en erop in kan spelen. En ik weet: dat lukt alleen als je als hulpverleners met elkaar blijft communiceren.’

Praktijkverhalen

Meer praktijkverhalen van collega's uit het Sociaal Domein zien? Klik op lees meer.

Misschien vind je dit ook interessant