Toen de gemeente Deurne het thema duurzame inzetbaarheid op de agenda zette, leidde dat niet tot een groots en meeslepend programma. Integendeel, de aanpak was tamelijk low profile en de doelgroep in de vorm van buitendienstmedewerkers uitgesproken moeilijk. Toch komt het programma intussen goed op stoom, mede dankzij de inzichten en inzet van deze groep. “Dat er urgentie is, vergroot de kans op succes die nodig is om een olievlekwerking te veroorzaken.”
Betty Helsloot (49) en Lies van de Laar (26) werken allebei als HR-adviseur bij de gemeente Deurne. Betty maakte een kleine drie jaar geleden de overstap van de GGD naar Deurne. Dat ze in het HR-wereldje terecht zou komen, was overigens geen vooropgezet plan. Van origine opgeleid als laborante kwam ze in de praktijk tot de ontdekking dat ploeteren in een laboratorium niet haar ding was.
Op grond van die ervaring zegt ze nu: “Over duurzame inzetbaarheid gesproken: practice what you preach. Ik weet uit eigen ervaring dat je zelf de regie moet pakken als je niet meer goed in je rol zit.”
Lies werkt sinds de zomer van 2021 in Deurne. Ze deed als getalenteerd handballer een sportstudie en koos vervolgens voor de HBO-opleiding Gezondheidsmanagement. Ze deed een minor HRM en later een master Healthy Aging. Daarmee was ze een vol jaar bezig met het thema gezond, veilig en fit werken. Haar afstudeeropdracht bij de gemeentelijke Deurne leidde tot een Gesprekskaart Duurzame Inzetbaarheid met daarop hulpvragen over onder andere gezondheid en werkplezier.
Bewustzijn met kleine stapjes
Tijdens het onderzoek voor haar master voerde Lies gesprekken met nagenoeg iedere medewerker van de buitendienst, het beoogde doelwit voor een programma over duurzame inzetbaarheid. Lies: “Dat was best spannend, met zo’n praktisch ingestelde doelgroep.
De rode draad die uit die gesprekken naar voren kwam was: fysiek ongemak is vervelend, maar het geldt niet voor mij, het overkomt mij niet. Ze konden zich gewoon nauwelijks voorstellen dat zij zelf in zo’n situatie zouden belanden. Nu we anderhalf jaar verder zijn is er trouwens wel meer bewustzijn, maar het gaat met kleine stapjes.”
Toen ik in aanraking kwam met de leergang vitaliteit van A&O fonds Gemeenten wist ik meteen: dat is iets voor mij.
Dat bewustzijn was er bij Betty al van meet af aan. “In het kader van mijn eigen werkplezier kreeg ik in 2021 het gevoel dat ik te veel operationeel werk deed en dat vond ik niet leuk meer. Toen ik in aanraking kwam met de leergang vitaliteit van A&O fonds Gemeenten wist ik meteen: dat is iets voor mij.”
Parallel aan het volgen van die opleiding gingen Lies en Betty actief aan de slag met het P&O-netwerk peelgemeenten. Dat leidde tot een actieve samenwerking met zes andere gemeenten in de regio. “Als je pech hebt, zit iedereen het eigen wiel uit te vinden”, zegt Lies. “Door corona was digitaal overleg heel makkelijk. We ontdekten dat je door kennis uit te wisselen en ervaringen te delen heel makkelijk kunt shoppen bij de buren.” De regionale samenwerking leidde in de zomer van 2021 tot een gemeenschappelijke visie op de aanpak van duurzame inzetbaarheid.
Door corona was digitaal overleg heel makkelijk. We ontdekten dat je door kennis uit te wisselen en ervaringen te delen heel makkelijk kunt shoppen bij de buren.
Vitaliteit, employability en werkvermogen
De leergang vitaliteit van A&O fonds Gemeenten heeft daarbij goed geholpen, stelt Betty. “Duurzame inzetbaarheid draait als onderdeel van ons strategisch HR-beleid om vitaliteit, employability en werkvermogen. Onze visie is dat je niet alleen in het hier en nu inzetbaar bent, maar ook op langere termijn kan en wil blijven werken. Daar zijn we als werkgever en werknemers samen verantwoordelijk voor.”
Volgens Betty gebruikt ze het Huis van Succesfactoren voor duurzame inzetbaarheid uit de A&O-leergang vitaliteit op haar eigen manier. “We gebruiken alle bouwstenen van ‘Het Huis’, maar niet per se in die volgorde. Dat hangt een beetje van de omstandigheden af. Maar deze aanpak werkt voor mij wel als een goede fundering om een huis te bouwen.”
Dat huis werd dus gebouwd voor de ongeveer 20 tot 25 buitendienst-medewerkers van de Deurnse gemeentewerf, met een gemiddelde leeftijd tussen de 50 en 55 jaar. Een logische keuze, want gezien de fysieke aard van hun werk vormen deze medewerkers een groep die meer risico loopt.
Bovendien was al sprake van een aantal langdurig zieken in het team. Een moedige keuze ook omdat bestaande vooroordelen dat duurzame inzetbaarheid iets is voor zestigplussers of mensen die hun werk niet aankunnen buiten de kantooromgeving doorgaans nogal hardnekkig zijn. “Bovendien is deze doelgroep niet snel geneigd om naar de eigen ontwikkeling te kijken”, zegt Betty. Ze zien geen reden om iets anders te gaan doen, want ze hebben immers leuk werk?”
Daarnaast was er volgens Lies ook een vorm van angst onder medewerkers om zich met duurzame inzetbaarheid bezig te gaan houden. “Ze dachten: als ik hier mee aan de gang ga, sta ik over drie maanden buiten.”
Gemeente Deurne deelt hun interne documenten graag met andere gemeenten om zo van elkaar te leren. Downloads vind je hieronder.
Ze dachten: als ik hier mee aan de gang ga, sta ik over drie maanden buiten.
Zware bepakking en oogkleppen
Wat Lies en Betty een positieve duw in de rug gaf, was de opstelling van de teamleider van de buitendienst. Hij besteedde veel aandacht aan de Wet Poortwachter en bood Betty de gelegenheid om voor zijn team een presentatie te verzorgen over wat er gebeurt als je ziek wordt. “De aanwezige ziektegevallen in de buitendienst hielpen om de urgentie van het onderwerp bij de teamleden tussen de oren te krijgen”, stelt Betty. “Dat maakte de problematiek zichtbaar en toen werd er niet meer lacherig over gedaan.” Sterker nog: twee teamleden bleken bereid om samen met hun teamleider en Betty en Lies een ‘klusteam' te vormen om met elkaar aan duurzame inzetbaarheid te werken.
We zitten regelmatig op de gemeentewerf tussen de brullende machines
Dit klusteam kwam begin 2022 voor het eerst samen. De buitendienstmedewerkers in het team geven de voorkeur aan een zo concreet mogelijke aanpak. “Dat doen we bijvoorbeeld in de vorm van een activiteit op het gebied van ouderdomsaanpak”, legt Betty uit. “Dat is een workshop waarin we medewerkers laten ervaren wat het effect op je werk is als je ouder wordt. Je krijgt een zware bepakking om te voelen dat de spierkracht afneemt en een soort oogkleppen op om te ervaren dat het gezichtsvermogen minder wordt. Heel praktisch dus.”
Lies vult aan: “Op een ludieke manier tasten we af wat mogelijk is. We kijken hoe iets bij medewerkers binnenkomt en bepalen dan stap voor stap vervolgactiviteiten. Dat is van belang om de aandacht vast te kunnen houden. Daarom proberen we de verbinding met het werk te zoeken. We zitten dan ook regelmatig met elkaar op de gemeentewerf tussen de brullende machines. Dat maakt het zichtbaar en invoelbaar.”
Weggegooide tijd
Wat volgens Betty ook belangrijk is, is dat de buitendienstmedewerkers lol in het programma hebben. “Dat is onze uitdaging. Ze vinden overleg in een zaaltje op het gemeentehuis niet alleen ongelofelijk saai, maar eigenlijk ook weggegooide tijd waarin je gewoon je werk had kunnen doen. Ze vinden het veel leuker als we een activiteit aan het eind van de werkdag bijvoorbeeld eindigen met een frietje en een biertje.”
Wat ik uit de leergang van A&O heb meegenomen is het advies om klein te beginnen op een plek waar de urgentie hoog is.
Low profile
Omdat er bij de gemeente Deurne op HR-gebied ook andere belangrijke prioriteiten zijn, is niet gekozen voor een grootschalige aanpak van duurzame inzetbaarheid. We doen het tamelijk low profile, zegt Betty. “Wat ik uit de leergang van A&O heb meegenomen is het advies om klein te beginnen op een plek waar de urgentie hoog is. Onze werf is daarvan een heel mooi voorbeeld. Het is een overzichtelijk team dat goed behapbaar is. Bovendien is er urgentie. Dat vergroot de kans op succes die nodig is om een olievlekwerking te veroorzaken.”
Ook Lies heeft nog een nuttige aanbeveling voor andere organisaties die met duurzame inzetbaarheid aan de slag willen. “Werk in de eerste plaats vanuit een duidelijke visie. Zoek daarnaast net als wij de samenwerking met omliggende gemeenten. Overal spelen dezelfde vraagstukken, dus help elkaar.”