Het is nuttig om je netwerk goed te onderhouden. Dat lukt je niet als je thuis blijft. Je hebt kennissen nodig om kennis op te doen. ‘Over Paterswolde naar huis’, kent u die uitdrukking? Vast niet, want het is iets regionaals. Ik zei het eens zonder erbij na te denken op een congres in het westen van het land. Maar gek genoeg begrepen ze wel wat ik ermee bedoelde: een omweg nemen.
Christien Bronda, gemeentesecretaris en algemeen directeur gemeente Groningen, schrijft voor A&O fonds Gemeenten columns. Deze verschijnen ook in magazine Binnenlands Bestuur.
Mijn gesprekspartners gebruikten zelf een vergelijkbare uitdrukking: ‘Naar Purmerend en weer terug’. Die kende ik dan weer niet. Soms versta je elkaar niet, maar begrijp je elkaar wel. Ik beheers de Groningse taal redelijk en als je met mij in gesprek raakt, hoor je aan mijn accent dat ik uit het Noorden kom. En toch ben ik niet zo van het dialect. Het recente programma waarin rijk en regio samenwerken aan het herstel en de toekomst van Groningen heet ‘Nij begun’. Dat is Gronings voor: nieuw begin. Zelf zou ik zo’n naam niet zo snel kiezen. Dialect creëert afstand, is mijn ervaring. En afstand moet je niet vergroten, maar overbruggen.
Eigenlijk wil ik het over congressen hebben, maar nu we het over taal hebben: ik ben gek op taal. Ik luister op de radio altijd naar de Taalstaat, met Frits Spits. Vergeten woorden vind ik prachtig. ‘Nochtans’ bijvoorbeeld, zonder h dus, dat zie en hoor ik haast nooit meer. Jammer.
Congressen
Maar goed, congressen dus. Die vind ik niet alleen gezellig en leuk, maar ook bijzonder waardevol. Als gemeente doe je namelijk zelden iets alleen. Er zijn altijd collega’s elders in het land die met dezelfde vraagstukken en thema’s bezig zijn. Dan is het enorm belangrijk om elkaar te ontmoeten, met elkaar te delen en van elkaar te leren. Ook als je heel veel werkdruk ervaart en denkt: ‘ik kan mijn tijd wel beter besteden’.
Op elk congres is er iets dat interessant is. Je maakt kennis met een andere visie of je leert nieuwe methodieken kennen. Ik denk bijvoorbeeld aan de congressen van DIVOSA, in het sociale domein. Die zijn in het voorjaar, dan duren ze twee dagen, en in het najaar, één dag. Vaak vinden die plaats aan de randen van het land, zoals Limburg, Zeeland of Groningen. Dat betekent meestal dat je een eindje moet rijden en dat je ergens moet overnachten, maar dat is het waard. Er zijn altijd interessante sprekers en je doet altijd nieuwe ideeën op. Of je wordt aan het denken gezet. Net zoals tijdens de congressen van de Vereniging van de Gemeentesecretarissen.
Ik geloof erin dat je kennissen nodig hebt om kennis op te doen
Ga er op uit
Ik vergelijk een congres wel met intervisie. Je gaat in gesprek met mensen die tegen hetzelfde aanlopen en er met een andere bril naar kijken. Daar kun je ontzettend veel van leren. Daar moet je je medewerkers de ruimte voor geven, ook als ze daarvoor wat langer onderweg zijn. Zo’n congres is bovendien goed voor je netwerk. Ik ben opgevoed met een vader die zei: als je iets wilt bereiken, zijn kennissen belangrijker dan kennis. Ik weet niet of dat klopt, maar het is nuttig om je netwerk goed te onderhouden. Dat lukt je niet als je thuis blijft. Ik geloof erin dat je kennissen nodig hebt om kennis op te doen.
Goed, ik mag dan over Paterswolde naar huis zijn gegaan, en naar Purmerend en weer terug, maar nochtans ben ik waar ik wezen wil. Ga erop uit, daar word je beter van.