AI-enthousiasteling Freek Vos is opgevallen dat de initiële ophef over AI langzaam weg is geëbt. Op zich heel logisch en gezond, maar hij signaleert een risico dat er nu gedacht wordt dat het allemaal wel mee zal vallen, die impact van AI. Onterecht, meent hij. Hij schreef er de onderstaande blog over.

Dit is een blog van Freek Vos, Communicatieadviseur Online en ICT. Wil je reageren op dit blog? Stuur een berichtje via freek.vos@aeno.nl.

AI beeld Freek blog 1000
Beeld door ChatGPT gegenereert. Prompt: Move beyond AI hype.

Grens bereikt?

Eind december was ik bij het Nationale AI-debat in Utrecht. Een leuke avond waarin de impact van AI vanuit verschillende invalshoeken werd belicht, zowel vanuit geopolitiek, economisch, als technisch oogpunt. En dat alles vakkundig aan elkaar gepraat door BNR-presentator Joe van Burik en onze nationale tech-stuiterbal Ben van der Burg.

Eén van de uitspraken die werd gedaan zette mij aan het denken. Er werd gesteld dat de ontwikkeling van AI dreigt te stokken doordat de grenzen van de beschikbare data worden bereikt. “Er is maar één internet en dat is de plek waar we de data vandaan halen”, werd ons verteld. Met als gevolg dat er nu weinig vernieuwends meer gebeurt en men vooral bezig is om de huidige technologie efficiënter en goedkoper te maken. Om de groei van de afgelopen tijd met dezelfde snelheid door te zetten zijn echt nieuwe doorbraken nodig.

De consensus leek enigszins te zijn dat de hype voorbij is en dat AI de ‘belofte’ om alles te veranderen en te verbeteren niet heeft waargemaakt. De verwachting was wel dat er een slag zou gaan komen waarin kleinere gespecialiseerde AI’s worden ingezet voor afgebakende taken en dat daar wel winst te behalen zou zijn.

Bb coevorden kees winkelman 2852
Gemeente Coevoorden.

Hype vs impact

Aan de ene kant snap ik wel dat de voorlopers uit de technische hoek op deze manier naar de huidige stand van zaken kijken. Aan de andere kant kreeg ik wel het gevoel dat hier de impact die AI op ons werken en leven gaat hebben, behoorlijk onderschat werd. Vanuit eerdere disruptors, zoals de computer, de mobiele telefoon en het internet, is duidelijk dat er altijd een vertraging zit tussen de initiële hype en de daadwerkelijke impact.

Toen ik eind jaren negentig een mobiele telefoon nam, verklaarden mijn vrienden mij voor gek. De vaste telefoonlijn bleef de norm, de mobiel was de uitzondering en de meeste mensen dachten niet dat dat zou gaan veranderen. Het is goed om te beseffen dat op dat moment vanuit een technisch oogpunt gezien de hype al lang voorbij was. De mobiel was immers betaalbaar geworden voor een relatief arme student zoals ik toen was. Maar toch duurde het nog jaren voordat de mobiele telefoon de standaard werd en juist het niet-hebben van een mobiel de uitzondering.

Eenzelfde patroon zag je bij de introductie van de computer en het internet. De eerste personal computers in het bedrijfsleven waren voorbehouden aan directeuren en financiële experts. Het was ondenkbaar dat iedere secretaresse een eigen PC zou hebben. Een tiental jaar later kreeg ik mijn eerste PC van mijn ouders toen ik ging studeren. Enige jaren later ging ik daarmee ook op het ‘internet’. Mijn ouders snapten in eerste instantie niet wat ik nu precies deed op dat ‘internet’. Maar zolang ik het maar na tien uur ’s avonds deed, want voor die tijd moest de telefoonlijn natuurlijk vrij blijven.*

Accepteer onze cookies om deze inhoud te kunnen bekijken.

Technische grenzen vs adaptie

Terug naar de nieuwste disruptor, de AI. Doordat de generatieve AI, zoals Chat GPT, heel snel opkwam (althans, voor de gemiddelde gebruiker), en echt een vernieuwing bleek, leek de verwachting te zijn dat de impact ook net zo snel heel groot zou worden. Alleen nu blijkt dat de vertaalslag naar echt praktische toepassing voor veel organisaties nog best ingewikkeld is. En daardoor kan het beeld ontstaan dat het dus allemaal wel meevalt met die hype. De beloofde gouden bergen lijken voor de meeste organisaties immers nog ver uit het zicht.

Dit is een heel gevaarlijke gedachte, en wel om twee redenen. Ten eerste is misschien vanuit een technologisch oogpunt een grens bereikt, maar als je kijkt naar de adaptiegraad in ons werken en leven, staan we nog steeds aan het begin van de ontwikkeling. Uitzonderingen daargelaten komen de meeste gebruikers niet verder dan het generen van wat tekst en afbeeldingen, waarbij we meestal blijven hangen op het niveau van sinterklaasgedichtjes. Van echte vervlechting van AI in onze dagelijkse handelingen lijkt nu zeker nog geen sprake.

Achter de schermen wordt echter heel hard gewerkt aan die vervlechting. Alle grote spelers proberen nu heel snel AI te integreren in hun oorspronkelijke producten. Microsoft doet dat met Copilot, in Edge, Teams en Office-producten, Google met Gemini in Chrome en Android, en ook Apple, Amazon, Meta en Twitter (ik weiger dat bij de nieuwe naam te noemen) zijn druk bezig om AI onderdeel te maken van hun primaire producten. Producten die we dagelijks gebruiken en waar we eigenlijk ook niet meer zonder kunnen.

Bb coevorden kees winkelman 2953
Gemeente Coevoorden.

AI staat niet op zich

De tweede reden waarom we toch nog wel verrast kunnen worden door de snelheid van de ontwikkelingen, is dat AI vanaf het eerste moment nauw verweven is met de eerdere disruptors. Zonder computer, internet en mobiele netwerken zou AI in de huidige vorm niet bestaan. Dat klinkt als een hele erge open deur, maar ik kan dat uitleggen.

De computer, het internet en de mobiele telefoon hebben zich initieel los van elkaar ontwikkeld. Natuurlijk was een computer nodig om toegang te krijgen tot het internet, maar er was een heel strikt onderscheid tussen applicaties die je lokaal op een computer draaide en webpagina’s. De eerste jaren was het internet niet echt interactief, maar was het voornamelijk informatief, met wat uitwisseling van ideeën via bulletin-boards. Van ‘internet 2.0’ of ‘internet of things’ was helemaal nog geen sprake, net zo min als van ‘cloud computing’ en ‘software as a service’ . Google bestond nog niet en de eerste zoekmachines waren traag, onvolledig en onbetrouwbaar. Die ontwikkeling naar het internet zoals we dat nu kennen, is geleidelijk gegaan, dankzij de snellere computers en servers en de komst van breedband internet.

Hetzelfde geldt voor de mobiele telefoon. Initieel kon je er alleen mee bellen en SMS-berichtjes sturen en dat was het. Daarna volgden de eerste Personal Digital Assistants (PDA), van bijvoorbeeld Palm en Blackberry, waarmee je kon faxen** en e-mailen. Het duurde nog jaren voordat de eerste iPhones en Android-telefoons op de markt kwamen.

Doordat deze disruptors aan elkaar verbonden werden, ontstonden grote versnellingen in mogelijkheden en als gevolg daarvan, in adaptie. De computer en internet zorgden voor cloud-based solutions, waardoor we geen zware software pakketten op lokale computers hoefden te installeren en waardoor continue verbeteringen en updates aan software kunnen worden uitgerold. De grens tussen applicatie en webbrowser is vrijwel compleet vervaagd en veel applicaties draaien volledig online en in de browser.

De computer en de mobiele telefoon vormden samen de eerste generatie smartphones. Met de toevoeging van het mobiele internet ontstond de next-gen smartphone, waarmee je bijna alle mogelijkheden van een PC letterlijk altijd binnen handbereik hebt, met uiteraard toegang tot de diverse clouddiensten. Deze combinaties van technologieën werden in eerste instantie, tijdens de eerste hype, totaal niet voorzien.

AI is vanaf de eerste publieke uitrol verweven met deze drie eerdere disruptors. De meeste AI (generatieve) diensten zijn vanaf de start cloudbased applicaties. Het internet is daarnaast de primaire databron van de meeste generatieve AI en veel applicaties zijn ook real-time met het internet verbonden. Er is dus geen sprake meer van een losse technologie die pas geleidelijk geïntegreerd wordt met de bestaande technologieën, maar eentje die vanaf het eerste moment by design voortborduurt op de verworvenheden van de eerdere disruptors. AI is in beginsel ontwikkeld om juist gecombineerd te worden met bestaande technologie en bestaande applicaties.

Bb coevorden kees winkelman 3630
Gemeente Coevoorden.

Hoe dan verder?

Dus enerzijds is AI al onlosmakelijk verweven met de bestaande technologieën, terwijl anderzijds de traditionele grote spelers op technologisch gebied volledig inzetten op de verdere integratie van AI in de bestaande producten waar we niet meer zonder kunnen. En vanuit de ervaring dat de eerste uitrol en adaptatie van AI veel sneller is gegaan dan die van de eerdere disruptors, moeten we niet gek opkijken wanneer gaat blijken dat deze integratie een kwestie is van maanden en niet van jaren, zoals bij de computer en de mobiele telefoon het geval was.

En wat hier dan mee te doen? Mijn advies: wees geen struisvogel, maar raak ook niet in paniek. AI is er en zal zich in snel tempo laten integreren in allerlei applicaties en ook apparaten (internet of things) die we dagelijks gebruiken. En net zoals geen werknemer van nu zal accepteren dat die de laptop moet inruilen voor een fax en een typemachine, zal ook de werknemer van de nabije toekomst niet accepteren dat alleen nog maar applicaties zonder AI-ondersteuning worden gebruikt.

Denk dus na over hoe je in je eigen organisatie AI op een verantwoorde wijze kan laten landen. Voorkom dat de volgende AI golf je gaat overkomen en dat je naar reddingsboeien moet gaan grijpen. Zorg dat je zelf aan het roer staat en dat er afspraken zijn met alle medewerkers over gecontroleerd en veilig gebruik van AI-assisted-applicaties. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn:

  1. Dataveiligheid
    Check goed wat een AI-applicatie met de ingevoerde data doet? Blijft het lokaal of wordt het naar buiten gestuurd, bijvoorbeeld om de tool verder te trainen. De AVG is onverkort van toepassing, dus let vooral op als je persoonsgegevens verwerkt. Check daarnaast ook of AI tools niet onbedoeld toegang hebben tot data. Dit geldt voornamelijk voor tools zoals Copilot, die als jouw persoonlijke assistent toegang heeft tot alles waar jij zelf ook bij kan. Betrek dus ook de privacy-officer en/of de functionaris gegevensbescherming erbij.
  2. Kennis en kunde
    Zorg dat je zelf en ook je medewerkers en collega’s in de basis weten hoe een AI-tool werkt. Zorg ook dat je in de teams de juiste competenties hebt. Denk aan prompten (het communiceren met de AI) en bronnenmanagement (welke eigen data gebruikt jouw AI assistent), maar ook aan workflow-management, waar je borgt dat er altijd menselijke controle plaatsvindt bij door AI gegenereerde informatie.
  3. Gecontroleerde uitrol
    Er zijn duizenden AI-applicaties en als je niet reguleert welke gebruikt mogen worden, kun je niet garanderen dat dataveiligheid en kennis goed geborgd is. Stel vast welke eisen je hebt aan een tool en kies vervolgens een paar die daar aan voldoen. Zorg voor (betaalde) bedrijfsaccounts zodat je controle houdt over het gebruik en spreek met elkaar af dat er geen olifantenpaadjes worden gezocht, maar dat iedereen binnen de afgesproken kaders blijft werken.

En vooral: wacht niet te lang, want dit blog zal binnen een jaar achterhaald zijn 😉

* Voor de jongere lezers: in de begintijd van het internet moest je met je computer via een telefoonlijn ‘inbellen’ bij je internetprovider. Je hield daarmee de telefoonlijn bezet en betaalde dus ook per minuut. Je had geen databundels en de snelheid was ongeveer 70.000 keer lager dan een moderne glasvezelverbinding van 1 gigabit! En ter vergelijk, de computer was een 386DX processor die op 40Mhz draaide met 4MB geheugen en een 20MB harde schijf had. En nee dat is geen typefout, het is Mhz en MB, geen Ghz en GB.

** Een fax was een scanner/printer waarmee je documenten kon versturen. Er werd dus geen beeldscherm of gekoppelde computer gebruikt, maar het document werd direct bij de ontvanger geprint op de faxmachine. De kwaliteit was veelal laag en daarom alleen geschikt voor monochrome (tekst)documenten.

Misschien vind je dit ook interessant